Zoals in de vorige posting viel te lezen, ben ik (Tom) vanaf eind april een viertal weken wezen fietsen in India. Deze tocht die me naar de bergachtige deelstaat Himachel Pradesh voerde heb ik samen met Michael, een Australische vriend, ondernomen. Voor vertrek had ik gemengde gevoelens over India. Ik heb de laatste jaren een hoop mensen gesproken die in India op vakantie zijn geweest. Ze raakten allemaal niet uitgepraat over India. De ene helft van de mensen had het er helemaal mee gehad, terwijl de andere helft er op verliefd was geworden. Met spanning fietsten Michael en ik dus naar de Indiase grens. Vier weken later kan ik zeggen, dat India zeer goed is bevallen en dat ik zeker nog een keer van plan ben om terug te komen. Ik wil echter wel opmerken dat ik natuurlijk slechts een klein gedeelte van India heb gezien. Himachel Pradesh is namelijk niet veel groter dan Nederland. Daarnaast schijnt elke deelstaat weer zijn eigen dynamiek te kennen.
De eerste dagen fietsten we door de Punjab, de graanschuur en één van de meest welvarende deelstaten van India. De Punjab was voor Partition, de scheiding van India en Pakistan, één van de belangrijkste staten van India, maar werd gesplitst in een Indiaas en Pakistaans deel. De grootste helft viel toe aan Pakistan, terwijl de Indiase helft vandaag de dag niet veel groter is dan Nederland. Indiaas Punjab is de laatste decennia flink wat grondgebied kwijtgeraakt. Onder andere door de vorming van de deelstaten Haryana en Himachel Pradesh. Punjab is de enige Indiase deelstaat, waarbij de meerderheid van de bevolking het Sikh geloof aanhangt. Hoogtepunt van de Punjab is de gouden tempel van de Sikhs in Amritsar. Deze hebben we dan ook bezocht en sprak ons zeer tot de verbeelding.
Na drie dagen fietsen over de vlakte, die met de dag heter werd, bereikten we de deelstaat Himachel Pradesh. Lange tijd was Himachel Pradesh (HP) juist één van de armste deelstaten, maar door de ontwikkeling van tientallen waterkrachtcentrales en het toerisme, is de economie van HP de laatste tien jaar het hardste gegroeid van alle Indiase deelstaten. HP schijnt de stroom te leveren, voor de helft van de Indiase bevolking. De eerste week fietsten we langs de voet van de Himalaya, waarbij we regelmatig zicht hadden op de besneeuwde toppen van boven de 4.000 meter. We hebben twee dagen rust genomen in Dharmsala. In deze twee dagen hebben we onder andere een bezoek gebracht aan de residentie van de Tibetaanse regering in ballingschap. De Dalai Lama woont hier het grootste gedeelte van het jaar, maar heeft het helaas te druk om mensen te ontvangen.
Vanaf Dharmsala ging de tocht richting Manali. Een echt toeristisch centrum in de vallei van de Beas (Alexander de grote veroverde India tot aan de Beas) op een hoogte van 2.000 meter en omringd door bergen hoger dan 6.000 meter. Helaas sloeg de dag voordat we Manali zouden bereiken het weer om van warm en zonnig naar regenachtig en koud. Twee dagen lang lag de temperatuur niet hoger dan 10 graden. Er werd voor meer dan een week hetzelfde weer voorspeld, wat ons niet echt vrolijk stemde. Gelukkig trok de derde dag de hemel open en konden we onder een stralend zonnetje een poging doen om de Rohtangpas van bijna 4.000 meter hoogte te bedwingen. Helaas kwamen we daarbij niet hoger dan naar schatting 3.250 meter, omdat de weg volledig werd geblokkeerd door auto’s van toeristen die de sneeuw van dichtbij wilden zien.
Zeven mei vierden we Michaels verjaardag. Als verjaardagscadeau kreeg hij van Adine en ik een overnachting aangeboden in een heus kasteel. Dezelfde dag regelden we ook een trekking van vier dagen die ons over de 3.700 meter hoge Chandrikanipas zou brengen. Voor 30 euro per persoon per dag zouden we tijdens de trekking gezelschap krijgen van een gids en twee Nepalese dragers, die voor ons de tent en het eten zouden dragen. We hadden groot respect voor de dragers, omdat ze zonder klagen naar schatting 50 kilogram de berg op schouwden. De tassen hingen daarbij niet op hun rug, maar aan hun hoofd! De eerste nacht kampeerden we op 3.200 meter hoogte. De tweede dag ook, omdat ’s nachts het weer was omgeslagen. Hierdoor konden we de pas niet over. Dat betekende dat we pas de derde dag de pas over konden. Dat was flink aanpoten, want door het weer van de dag ervoor, was er een hoop verse sneeuw gevallen. Soms zakten we tot ons middel weg in de sneeuw. Na de pas werd er flink afgedaald, wat ons enorme spierpijn in de bovenbenen opleverde. De trekking werd afgesloten in Manikaran, een plaats bekend om zijn warmwaterbronnen. Heerlijk ontspannend na een aantal dagen bikkelen.
Na Manikaran gingen we van de Beasvallei via de enorm steile Jaloripas, 3.220 meter hoogte, naar de Sutlejvallei. De Sutlej is net als de Beas één van de vijf rivieren die door de Punjab (pandj is vijf in het Hindi en Urdu) naar de Indus stromen. In eerste instantie wilden we naar Shimla fietsen, maar twee fietsende Indiërs hadden ons aangeraden om de Sutlej stroomopwaarts te volgen. Drie dagen lang hebben we in het dal van de Sutlej gefietst. Op ongeveer 30 kilometer bouwput na, was de vallei overweldigend. Vooral het stuk van Nako (3.800 m.) naar Recong Peo (2.250 m.) was van een onvergetelijke schoonheid. Wegens tijdgebrek hadden we ons een dag ervoor met een jeep naar Nako laten brengen. Dit dorp aan een klein meer was het mooiste en meest rustieke dorp wat we op onze reis hadden gezien. Bijna elke hoek was een foto waard. Tijdens de rit omlaag veranderde het landschap van kaal, woestijnachtig, naar groen en meer tropisch. Ondertussen hadden we bijna continu uitzichten op de besneeuwde toppen van de Himalaya.
In Recong Peo namen we de bus naar Shimla, die er bijna tien uur over deed. Shimla was een beetje een teleurstelling na drie weken in de majestueuze bergen. Shimla is groot, druk, duur en de uitzichten zijn waardeloos. De volgende dag fietsten we de laatste gezamenlijke kilometers van onze reis. Bergaf naar Chandigarh, de door Le Corbusier geplande hoofdstad van zowel Punjab als Haryana. In de vlakte maakten we weer kennis met de hitte en de drukte. In Chandigarh scheidden ook onze wegen. Michael zou een bus naar Delhi airport nemen, terwijl ik een bus terug naar Amritsar nam. De laatste avond hebben we doorgebracht in een typisch Indiaas café en onder het genot van een biertje onze reis geëvalueerd. Daarbij kwamen we unaniem tot de conclusie dat het een zeer geslaagde reis was en dat India ons alles behalve heeft teleurgesteld.
Benieuwd naar meer foto's? Klik dan hier.
maandag 25 mei 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
4 opmerkingen:
Hee Tom, sinds wanneer sponsort de gemeente jouw vakantie? Hebben ze geen betere plannen met dat geld?
@ Hilder: bedoel je plannen als het opknappen van het dorpshart van Vortum-Mullem?
he Tom!
Dat klinkt als een superreis, zeg! Jeetje... zou meteen de fiets willen pakken om hetzelfde te doen. Kan me voorstellen dat Adine baalt dat ze moest werken ;-).
Mooie foto's ook!!
groetjes
Wendy
Ja, wat dacht je ervan om in de kerk een grote manege te bouwen, da's lekker dichtbij voor de paarden tijdens de metworst.
Zo vaak wordt de kerk denk ik niet meer gebruikt, moet best kunnen.
Een reactie posten