De zenuwen gieren door onze lijven. Het komt nu wel heel dichtbij. Met de verhuizing achter de rug en het visum in ons paspoort, zijn we het point-of-no-return wel zo'n beetje gepasseerd.
Op 31 juli was het zover. Om half negen 's ochtends stonden vier stoere mannen voor onze deur. Ze kwamen onze spullen inpakken, maar ze wilden eerst nog een kop sterke koffie. De koffie werkte goed, want iets meer dan drie uur later was het huis, op een aantal spullen die de onderhuurders in bruikleen nemen na, leeg. Dat is moeilijk voor te stellen, als je zag hoeveel spullen we eigenlijk wel niet hebben. Bij elke verhuizing verbazen we ons daarover. En na elke verhuizing wordt het alleen maar meer. De weken daarvoor waren we al zachtjes aan begonnen, om onze spullen uit te sorteren. Spullen die in onze bagage mee moeten naar Pakistan, spullen die als luchtvracht naar Pakistan moeten worden gestuurd, spullen die weggegooid mogen worden, spullen die we geleend hebben en aan de rechtmatige eigenaar teruggegeven moeten worden en spullen die opgeslagen moeten worden. Het huis werd er niet opgeruimder van. Ondanks al die weggebrachte dozen oudpapier, tassen met oude schoenen en kleren en propvolle vuilniszakken, heeft het er geen moment op geleken dat er in ons huis ruimte vrij kwam. Sterker nog, hoe meer we sorteerden en weggooiden, hoe minder ruimte we overhielden. De mannen van het verhuisbedrijf wisten daar wel raad mee. Al ons bezit brachten ze terug tot een grote houten kist, die nog niet eens de helft van hun vrachtwagen vulde.
Nadat de mannen van het verhuisbedrijf waren verdwenen, troffen we binnen een groot slagveld aan van stof en vuil. Het schoonmaken van het appartement duurde langer dan het verhuizen. Zonder kasten en andere spullen die het vuil maskeren, kwamen hele ecosystemen bloot te liggen. Met temperaturen oplopend tot dertig graden was het poetsen pure topsport. Met het stofzuigen alleen verloren we meer zweet dan een doordeweekse korfbaltraining. Het werd ons toen pas helder waarom mensen met smetvrees vaak zo mager zijn... Om al die verspilde calorieën te compenseren, zijn we 's avonds met Luuk en Maartje uitgebreid gaan eten bij Gasterij Als Toen aan de Kerkstraat.
En nu zitten we in Friesland, bij de ouders van Adine. Officieel thuisloos, maar met het spannende idee in ons achterhoofd, dat het komende jaar Lahore ons thuis zal worden. Na al die voorbereidingen hebben we eindelijk eens tijd om te ontspannen. Dat hebben we het afgelopen weekend dan ook met volle teugen gedaan. De vader van Adine had een sloepje gehuurd en daarmee hebben we twee mooie tochten door het Friese Merengebied gevaren. Bij bijna alles wat we zien of doen zeggen we tegen elkaar: "Nu moeten we er van genieten, want straks kan het een jaar niet meer". De nostalgie heeft bijna bezit van ons genomen.
Op 31 juli was het zover. Om half negen 's ochtends stonden vier stoere mannen voor onze deur. Ze kwamen onze spullen inpakken, maar ze wilden eerst nog een kop sterke koffie. De koffie werkte goed, want iets meer dan drie uur later was het huis, op een aantal spullen die de onderhuurders in bruikleen nemen na, leeg. Dat is moeilijk voor te stellen, als je zag hoeveel spullen we eigenlijk wel niet hebben. Bij elke verhuizing verbazen we ons daarover. En na elke verhuizing wordt het alleen maar meer. De weken daarvoor waren we al zachtjes aan begonnen, om onze spullen uit te sorteren. Spullen die in onze bagage mee moeten naar Pakistan, spullen die als luchtvracht naar Pakistan moeten worden gestuurd, spullen die weggegooid mogen worden, spullen die we geleend hebben en aan de rechtmatige eigenaar teruggegeven moeten worden en spullen die opgeslagen moeten worden. Het huis werd er niet opgeruimder van. Ondanks al die weggebrachte dozen oudpapier, tassen met oude schoenen en kleren en propvolle vuilniszakken, heeft het er geen moment op geleken dat er in ons huis ruimte vrij kwam. Sterker nog, hoe meer we sorteerden en weggooiden, hoe minder ruimte we overhielden. De mannen van het verhuisbedrijf wisten daar wel raad mee. Al ons bezit brachten ze terug tot een grote houten kist, die nog niet eens de helft van hun vrachtwagen vulde.
Nadat de mannen van het verhuisbedrijf waren verdwenen, troffen we binnen een groot slagveld aan van stof en vuil. Het schoonmaken van het appartement duurde langer dan het verhuizen. Zonder kasten en andere spullen die het vuil maskeren, kwamen hele ecosystemen bloot te liggen. Met temperaturen oplopend tot dertig graden was het poetsen pure topsport. Met het stofzuigen alleen verloren we meer zweet dan een doordeweekse korfbaltraining. Het werd ons toen pas helder waarom mensen met smetvrees vaak zo mager zijn... Om al die verspilde calorieën te compenseren, zijn we 's avonds met Luuk en Maartje uitgebreid gaan eten bij Gasterij Als Toen aan de Kerkstraat.
En nu zitten we in Friesland, bij de ouders van Adine. Officieel thuisloos, maar met het spannende idee in ons achterhoofd, dat het komende jaar Lahore ons thuis zal worden. Na al die voorbereidingen hebben we eindelijk eens tijd om te ontspannen. Dat hebben we het afgelopen weekend dan ook met volle teugen gedaan. De vader van Adine had een sloepje gehuurd en daarmee hebben we twee mooie tochten door het Friese Merengebied gevaren. Bij bijna alles wat we zien of doen zeggen we tegen elkaar: "Nu moeten we er van genieten, want straks kan het een jaar niet meer". De nostalgie heeft bijna bezit van ons genomen.