maandag 6 april 2009

Tapijt zonder spijt

Onlangs hebben wij een tapijt gekocht. Een jaar naar Pakistan gaan zonder thuis te komen met een tapijt kan eigenlijk niet. Iran is algemeen bekend als het centrum van de tapijtindustrie, het Perzisch tapijt, maar omliggende landen als Pakistan, Turkije Afghanistan en India hebben ook een niet geringe tapijtindustrie. In veel gebieden in de Islamitische wereld is het nog steeds traditie dat aanstaande bruiden voor hun uitzet een tapijt knopen. De meeste tapijten worden nog steeds met de hand geknoopt. Het is een tijdrovend werk. Het knopen van een tapijt kost vaak enkele maanden tot zelfs een jaar, afhankelijk van de maat en het aantal knopen van het tapijt. Vanwege de vele arbeid die in een tapijt gaat zitten, worden de meeste tapijten in gebieden gemaakt waar de lonen laag liggen en waar buiten de landbouw weinig andere bronnen van inkomsten zijn. De meeste Pakistaanse tapijten komen dan ook uit het bergachtige grensgebied met Afghanistan. De prijs van het tapijt wordt voornamelijk bepaald aan de hand van de wol die wordt gebruikt en het aantal knopen. Hoe meer knopen per vierkante meter hoe duurder het tapijt. Een hoogwaardig tapijt heeft al snel 400.000 knopen per vierkante meter. In Kashmir worden ook tapijten geknoopt van zijde. Deze hebben soms meer dan 1 miljoen knopen per vierkante meter. In Nederland betaal je voor een zijden tapijt al snel 1.000 euro per vierkante meter! Dit lijkt misschien heel duur, maar een tapijt koop je voor het leven. Als je een tapijt goed onderhoudt, gaat hij al snel meer dan 50 jaar mee. In het Lahore Museum liggen tapijten tentoongesteld die al meer dan honderd jaar oud zijn en er nog steeds goed uitzien.

We hadden dus besloten om een tapijt te kopen, maar hoe koop je een tapijt in een land als Pakistan, zonder dat je als westerling teveel betaalt? Wij zijn ook maar een leek op tapijtgebied. We hebben immers nog nooit een tapijt gekocht. Het antwoord is: met gebruikmaking van ons Pakistaanse netwerk. In Pakistan komen veel deals tot stand via relaties in een netwerk. Jij kent mensen, die weer andere mensen kennen en die kennen ook weer andere mensen. Uiteindelijk kom je bij de juiste persoon uit. Omdat je via je netwerk de persoon kent, kun je er (redelijk) op vertrouwen dat die persoon je geen poot uitdraait. Het netwerk kan voor kleine en grote zaken worden ingezet. Wij trekken veel op met Raju en Alia. Alia is een collega van Adine en Raju is haar man. Raju runt een kiosk op het terrein van St. Peter’s High School, die op de campus is gevestigd. We staan er soms versteld van hoeveel mensen Raju wel niet kent. Voor bijna elk vraag kent hij wel een mannetje die je verder kan helpen. Zo ook met het kopen van een tapijt. Raju kende een tapijthandelaar, wiens kleinzoon op St. Peter’s High School zit.

Samen met Raju gingen we op bezoek bij het winkeltje van de tapijthandelaar. Het ene na het andere tapijt werd voor ons uitgerold. Er zaten mooie tapijten tussen, waaronder één met “the tree of life”. We waren erg onder de indruk en we fantaseerden er op los hoe de tapijten zouden staan bij onze meubels in Nederland. Toch hadden we ook onze twijfels. De patronen van de tapijten waren klassiek Perzisch. We wilden ook wat patronen uit andere gebieden zoals Baluchistan en Afghanistan zien. Eerst nam de tapijthandelaar ons mee naar de winkeltjes van zijn broers en neven (heel de familie zit in de tapijthandel), maar ook daar waren de meeste tapijten Perzisch van inslag. Bij één broer kregen we een interessante rondleiding. We zagen onder andere hoe tapijten worden gewassen, tapijten worden geschoren en de kleuren worden bijgewerkt. Ook werd ons het één en ander over knopen uitgelegd. Toen we nog steeds niet tevreden waren, nam de handelaar ons mee naar een huis waar tapijten uit het grensgebied met Afghanistan worden verhandeld. In het huis waren de tapijten opgestapeld tot bijna het plafond. Dit maakte het bekijken van de tapijten wel wat ingewikkeld. We bekeken de stapels van tapijten van top tot teen. Aan de hand van hun zijkant kozen we uit welk tapijt we wilden zien. Het tweede tapijt dat ons werd vertoond, beantwoordde meteen aan onze wensen.

Bij het vinden van ons droomtapijt begon ook het onderhandelen. Het onderhandelen kent zijn eigen regels, die op ons westerlingen soms een beetje vreemd overkomen. Zo schakelde Raju een kennis in, die een hotel runde tegenover de tapijthandel. Deze kennis moest aan tapijthandelaar twee (van hem wilden we een tapijt kopen) duidelijk maken, dat wij niet zomaar westerlingen waren, maar bij wijze van spreken familie van Raju en dus ook van hem. Het zou daarom vanzelfsprekend dat tapijthandelaar twee als goede buur een faire prijs voor zijn tapijt zou rekenen. Ook ging Raju zelf nog een keer langs bij tapijthandelaar twee om over de prijs te onderhandelen en het tapijt aan te betalen. Een week later kwamen we terug om het tapijt dan ook echt te kopen. Ondanks alle inspanningen van Raju, wilde tapijthandelaar twee niet dalen in de prijs. Volgens eigen zeggen had tapijthandelaar twee, omdat we kennissen waren van tapijthandelaar één, al de juiste prijs gevraagd. Of dat echt zo is blijft natuurlijk de vraag, maar uiteindelijk hebben we gewoon de gevraagde prijs betaald. Nu nog kijken hoe we het tapijt in Nederland krijgen en hoe het zal staan bij de meubels...