zaterdag 7 februari 2009

Oudermiddag

Vorige week zaterdag was er een “parents meeting”, wat je kunt vergelijken met een Nederlandse ouderavond, maar dan op zaterdag en zonder tijdschema. Dan merk je hoe gestructureerd we in Nederland zijn (misschien wel iets te gestructureerd). In Nederland wordt er gewerkt met een duidelijk tijdschema: die tijd bij docent X, dan pauze van 5 minuten en daarna bij docent Y. Hier gaat het door elkaar en moeten ouders op hun beurt wachten. En het zou Pakistan niet zijn als er geen ouders zijn die willen voordringen! Om te illustreren wat we in de logopedieruimte doen, had ik samen met Tom een video-opname gemaakt die ik heb laten zien in het algemene inleidende gedeelte. De video bestond uit drie delen. Eén deel waarbij Aiyza een kind behandelt met articulatieproblemen, één deel waarbij Amber met een kind werkt met het plaatjessysteem (met mij als schaduwtrainer) en één deel waarin ikzelf een kind onderzoek met betrekking tot eet- en drinkproblemen. Aiyza en Amber vertelden in het Urdu erbij wat er gebeurde, waardoor ik ook kon horen, voor zover mijn Urdu toereikend is, of zij het zelf goed begrepen hebben.

In onze logopedieruimte was het erg druk met ouders. De ouders vonden het erg interessant en kwamen na het algemene gedeelte bijna allemaal langs in ons lokaal. Zelfs ouders van kinderen voor wie logopedie niet nodig of haalbaar is, kwamen om hulp vragen. Dat is natuurlijk niet zo gek. Ik zou mijn kind ook graag alle mogelijkheden willen bieden, helemaal als er iemand met nieuwe kennis vanuit een ander land op bezoek komt. Je wil toch alle kansen aangrijpen. Veel mensen denken hier dat ik een dokter ben en dat ik de kinderen ook echt kan genezen. Ouders hebben eens gevraagd of ik geen therapie wist zodat hun zoon normaal wordt. Ze dachten dat er in Duitsland een dergelijke therapie van een halfjaar was ontwikkeld. Toen heb ik heel subtiel geprobeerd duidelijk te maken dat dit niet mogelijk is. Het lastige is dat alles in perspectief moet worden gezien. Een kind met een ontwikkelingsleeftijd van nog geen jaar, kun je niet leren spreken. Dat kan een “normaal” kind van die leeftijd ook niet. En de articulatie van een kind van drie is nog verre van perfect, dus kun je dat ook niet verwachten van iemand met een ontwikkelingsleeftijd van drie jaar. Maar het is hard om dat te zeggen tegen ouders. Dat doe ik dus ook niet met mijn Nederlandse directheid. Zeker niet in Pakistan waar nee zeggen veel lastiger is dan bij ons in Nederland. Wat je wel kunt zeggen is “dat het heel moeilijk is”. Subtiliteit met vlijt!

Het gaat me steeds beter af om alles in perspectief te zien. In het begin had ik nog wel eens moeite met het niveau van mijn collega's van Dar-ul-Mussarat. Het hele doen en laten kwam me soms erg amateuristisch over. Het leek alsof over weinig zaken was nagedacht en dat leerkrachten maar wat deden. Wat voor mij logisch leek, bleek voor leerkrachten niet zo te zijn. Ik had de drang om elke "misstand" op te pakken, ook al had het niet zo veel met logopedie te maken. Als we er over nadenken is het eigenlijk ook logisch dat er in Pakistan een achterstand is op het gebied van gehandicaptenzorg. Zo is er de laatste vijftig jaar in Nederland een enorme expertise opgebouwd. Instellingen en scholen worden betaald door de overheid en er worden op diverse niveaus opleidingen aangeboden, zoals SPW, Activiteitenbegeleiding, SPH en paramedische opleidingen als Logopedie en Fysiotherapie. In Nederland zijn er heel weinig mensen in de gehandicaptenzorg werkzaam die niet geschoold zijn. Daarnaast wordt medewerkers ook regelmatig bijscholing aangeboden. Toch heeft deze kennis in Nederland ook zijn keerzijde. Om de zoveel tijd worden er weer nieuwe concepten voor de gehandicaptenzorg bedacht, waar massaal op moet worden overgeschakeld. Zo is het laatste decennium de bedoeling dat gehandicapten meer geïntegreerd dienen te worden in de maatschappij. Grote terreinen zoals in Ottersum zijn taboe en de mensen moeten weer in de wijk gaan wonen.

Dar-ul-Mussarat heeft al die Nederlandse mogelijkheden niet. Alle scholen voor gehandicapten zijn gesticht vanuit een particulier initiatief. De overheid draagt niks bij aan de school. DuM moet het dus hebben van schoolgeld dat door de ouders wordt betaald en andere financieringsbronnen. Zo gaat een gedeelte van het geld dat wordt opgehaald via St. Peter's High School naar Dar-ul-Mussarat. Door het constante gebrek aan geld, is het voor Dar-ul-Mussarat ook niet mogelijk om goed geschoolde leerkrachten te werven. Deze zijn eenvoudigweg te duur. Ik ben ook gaan beseffen, dat ik niet in een jaar tijd Dar-ul-Mussarat op het niveau van Nederland kan krijgen. Ik kan echter wel mijn steentje bijdragen door Aiyza en Amber tot junior-logopedist op te leiden.