Op 21 november was het zo ver: het jaarlijkse toneelstuk van Dar-ul-Mussarat. Eigenlijk zou de annual play op 29 november worden opgevoerd, maar twee weken geleden werd de datum plotseling een week vervroegd. Er was namelijk een (kleine) kans dat premier Gilani met zijn vrouw de annual play zou komen bijwonen. Al snel was duidelijk dat het bijwonen van de annual play door Gilani vanwege een drukke agenda niet door kon gaan, maar zijn vrouw Fauzia zou wel komen. De bisschop en Resha, de directrice van DuM, waren enigszins teleurgesteld, want als alleen de vrouw van Gilani zou komen, zou de media-aandacht natuurlijk een stuk minder zijn. De bisschop had de vrouw van Gilani namelijk nog nooit op televisie gezien.
Drie dagen van te voren werden de uitnodigingen voor de annual play verstuurd. In Nederland zou waarschijnlijk bijna iedereen al iets anders hebben gepland, maar in Pakistan is dat geen probleem. De mensen leven hier echt van dag tot dag. Meer dan een week vooruit iets afspreken is hier al een lange termijn afspraak, die alleen bij speciale gelegenheden, zoals een bruiloft, wordt gemaakt.
De komst van Fauzia Gilani bracht nogal wat stress met zich mee. Zo moesten binnen een week alle rekwisieten klaar zijn. Daar was nog niet aan begonnen, want de leraren hadden de weken daarvoor hun handen nog vol aan de christmas decoration. Adine stak een helpende hand toe en maakte voor de docenten een planning. Het stressniveau bereikte op de dag zelf zijn hoogste punt. Resha maakte zich druk over de route die Fauzia Gilani zou nemen, als ze rondgeleid zou worden door Dar-ul-Mussarat. Ook werden alle leraren opgedragen om een pak aan te trekken en als ze die niet hadden, dan moesten ze die maar lenen. Dat was lastig voor Ijaz, want met zijn beperkte lengte en de afwezigheid van een Pakistaans buikje, kende hij niemand die een voor hem passend pak te leen had.
Met Fauzia Gilani kwamen ook twee dozijn politiemensen naar de campus. Elke hoek van het schoolplein van St. Peter’s Highschool, werd door minstens twee man met kalashnikovs bezet en ook op het dak van St. Peter’s Highschool en DuM stond een stoere politieagent paraat. Bij de ingang van de compound was de verkeerspolitie druk bezig met het weghalen van “fout” geparkeerde auto’s. Dat deden ze niet door de bewuste auto’s weg te slepen. In plaats daarvan was er een vorkheftruck gecharterd. Viervoetige vrienden werden ingezet om de Bishop Azariah Hall af te snuffelen op vermoedelijke explosieven. Tenslotte was er een strenge ingangscontrole. Bij de ingang stond een metaaldetector en vrouwelijke politieagenten werden ingezet om de tasjes van de dames te onderzoeken. Ook de tassen van de pers werden doorzocht. Ze moesten zelfs laten zien dat de (film)camera’s ook echt werkten en niet waren omgebouwd tot een moordwapen.
Volgens de uitnodiging zou de annual play om vier uur ’s middags beginnen in de Bishop Azariah Hall in St. Peter’s Highschool. In Pakistan betekent dit, dat om vier uur de zaal gevuld is met docenten van DuM en aanhang, zoals Tom. Tom wilde met onze videocamera opnames gaan maken. Hij was op zoek naar een geschikte plek, maar werd telkens als hij een goede plek had gevonden weggestuurd. Resha had bevolen, dat niemand zijn camera neer mocht zetten in de middengang. De gangen links en rechts van de Bishop Azariah Hall waren ook verboden gebied, want daar mocht alleen de verzamelde pers plaatsnemen. Uiteindelijk vond Tom een plaatsje op een houten stellage achter in de zaal, die als tribune gebruikt kan worden, maar enige comfort ontbeert.
Om half vijf begon de zaal een beetje vol te stromen, maar nog geen spoor van Fauzia Gilani. Om vijf uur werd door Resha aangekondigd, dat mevrouw Gilani vertraagd was en dat ze over vijftien minuten zou arriveren. Er was ook een lichtpuntje: als mevrouw Gilani eenmaal was gearriveerd, zou het programma meteen starten. Het kwartier bleek een Pakistaans kwartier te zijn. Vaak lijkt het erop dat ze in Pakistan zijn overgestapt op een decimaal tijdstelsel. Een minuut heeft in dit stelsel geen zestig seconden, maar honderd. Dit geldt ook voor het begrip uur: deze heeft geen zestig minuten, maar honderd. Aan de andere kant heeft een dag in Pakistan nog wel 24 uur. Het is daarom ook geen wonder dat Pakistanen in de knoop komen met de tijd.
Wie denkt dat vanaf vijf uur een volle zaal aan het wachten was op mevrouw Gilani heeft het mis. Na vijf uur kwamen nog genoeg ouders binnen. Deze waren dus meer dan een uur te laat. Vanuit Nederlands perspectief zouden we dat belachelijk vinden. Je laat je eigen kind, die onder andere voor jou een toneelstuk gaat opvoeren, toch niet meer dan een uur op je wachten? Toch schamen die ouders zich niet. Ten eerste is het heel normaal om te laat te komen. Pakistanen zijn over het algemeen onbekend met het woord timemanagement. Ze doen wat op dat moment van hun wordt verwacht. Als deze taak uitloopt, dan moet de volgende taak maar wachten. Als Pakistanen een afspraak maken, wordt de afspraak bezegeld met het woord Inshallah (als het God het wilt). Als je door omstandigheden te laat komt, dan is dat Gods wil. Ten tweede is Pakistan een klassenmaatschappij. Gehandicapte kinderen staan niet hoog op de maatschappelijke ladder. Het wordt dan ook normaal gevonden, dat deze kinderen wachten op mensen die hoger staan. Mensen die bovenaan staan op de ladder, zoals mevrouw Gilani, hoeven bijna nooit te wachten: daar wordt op gewacht. Ten derde heb je de berekenende Pakistaan. Die denkt: “Er zullen vast mensen zijn die te laat komen en ik heb geen zin om te wachten”. Wat dat voor effect heeft, weten de meeste mensen wel.
Eindelijk kwam om kwart voor zes mevrouw Gilani, met in haar gevolg een viertal vrouwelijke commando’s in No Fear (www.nofear.com) uitrusting met bijpassende hoofddoek, binnen. Meteen stortten acht cameraploegen zich op haar. Ze wilden allemaal het beste shot. Als met heel de zaal het volkslied wordt gezongen, komen door deze cameramensen zelfs een aantal kinderen in het gedrang. Wie denkt dat na het volkslied de annual play meteen begint, heeft het mis. De kinderen zijn al meer dan 2 uur aan het wachten, daar kan nog wel een half uur bij, zal wel de gedachte zijn geweest. Eerst moet natuurlijk de eerbiedwaardige gast worden toegesproken. Er volgen toespraken van de secretaris van de Diocese, die de avond opent met een gebed, Resha, die trots alle successen van DuM opsomt en van de vader van Mavia, een pupil van DuM. Allemaal moeten ze nog even benadrukken hoe fijn het wel niet is dat Fauzia Gilani bij de annual play aanwezig kan zijn.
Om half zeven kon de annual play eindelijk beginnen. Het verhaal borduurde voort op jaarthema van DuM: my country. Het drama draaide om een Pakistaans gezin, bestaande uit een opa die twee zonen heeft. Deze zonen zijn allebei getrouwd en hebben kinderen. Eén van de zonen is rijk en de andere arm. Opa maakt zich zorgen om de kleinkinderen van zijn arme zoon. Zijn kleinzoon kan niet doorstuderen, omdat hij niet genoeg geld heeft. Hij moet een baan zoeken. De kleinzoon van zijn rijke zoon heeft zijn studie afgerond en geeft een knalfeest. Maar zijn opa is niet blij voor hem, omdat hij in gedachten is bij zijn arme kleinzoon die het geluk niet heeft om een feest te geven. De arme kleinzoon vindt een baan als stoffenverkoper op de bazaar. Dan, op een drukke winkeldag, komt er een terrorist die zijn tas met explosieven op de bazaar achterlaat. De bom gaat even later, als de terrorist is weggevlucht, af en de arme kleinzoon komt samen met de andere mensen op de bazaar om. De moeder van de arme kleinzoon is ontroostbaar en laat het publiek door haar tranen weten dat met dit soort geweld onschuldige mensen de dupe worden. Nadat de bom op de bazaar is ontploft, is het Adine’s beurt. Ze mag onder begeleiding van keyboard My heart will go on van Celine Dion zingen. Adine hoeft niet te vrezen voor haar veiligheid, want op twee meter afstand staan twee mannen van het No Fear commando klaar om in te grijpen als het misgaat.
Na afloop van het toneelstuk ging het programma door waar het gebleven was. Wederom volgden de ene toespraak na de andere. De bisschop vergastte iedereen op een slaapverwekkende toespraak van bijna 20 minuten (10 Pakistaanse minuten). Ook Fauzia Gilani moest nog een woordje doen. Ze verontschuldigde zich er in ieder geval meteen voor dat ze te laat was. Wij konden dat wel waarderen, want hoe vaak komt het voor dat iemand te laat komt en zich niet verontschuldigd. De rest van haar toespraak ging een beetje moeizoom. Ze moest duidelijk naar woorden zoeken. In tegenstelling tot haar man, zal ze wel niet zo vaak voor publiek hoeven te spreken.
Toen eindelijk het laatste woord was gezegd, stroomde de zaal leeg op zoek naar thee met koekjes en gebak. Mevrouw Gilani had nog een half uur tijd, voordat ze weer terug moest naar Islamabad. In dit half uur ging ze in krap vijf minuten het gebouw van DuM door, waarbij ze elke klas gemiddeld 10 seconden bezocht, moest ze een televisieploeg te woord staan en moest ze natuurlijk ook nog even met de bisschop wat drinken. Bij dat laatste waren we niet meer bij aanwezig, maar dat mocht de pret niet drukken. We hebben een enerverende avond beleefd, die we niet snel zullen vergeten. Nu schijnt dat meneer Gilani in januari alsnog een keer langskomt…
dinsdag 25 november 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Lieve Tom en Adine,
Ik zit met laptop bij Oma in Kapelle en we kijken even naar jullie verhalen! Wanneer vertrekken jullie naar het buitenland? We hopen dat je niet via Bangkok moeten binnenkort want het vliegveld is nu dicht...
Ik hoop te skypen binnenkort maar ben steeds te laat of weg in het weekend of jullie zijn ook de hort op (en terecht).
Liefs Maartje en Maatje
Een reactie posten