We maken zoveel mee dat ik niet zo goed weet waar te beginnen. We ontmoeten nog steeds elke dag nieuwe mensen van wie ik graag de naam wil onthouden, maar waarbij me dat niet lukt. De namen van de kinderen op school ken ik nu bijna allemaal. Dat is makkelijk om met ze in contact te komen: te communiceren. En dat is tenslotte mijn werk.
Mijn werkdag ziet er als volgt uit. Ik sta op om kwart voor zeven, wat voor mij nog steeds erg vroeg is. Voor mensen hier dagelijkse kost , zij staan bijna allemaal om vijf uur op. Dus ik mag nog blij zijn.
Dan neem ik een lauwe of koude douche, eet mijn cornflakes met melk en een banaan en soms een toast met jam. Dus best nog te vergelijken met een Nederlands ontbijtje. Dan is het ongeveer half acht en hoop ik op tijd te zijn voor de devotion. Voor alle andere stafleden is het belangrijk stipt op tijd binnen te zijn, anders krijg je waar iedereen bij is op je donder van de directrice. Dat op tijd zijn is voor een aantal wel een probleem, zeker als je afhankelijk bent van het openbaar vervoer. Ik heb ook moeite om op tijd te komen, een inmiddels bekend (!) verschijnsel voor mijn collega’s en anderen in Nederland. Heb ik van mijn vader geërfd (ja papa, ik wilde je toch even noemen, fijn hè). Maar ik krijg (tot nu toe) niet op mijn donder. Niet erg rechtvaardig, maar daar kan ik ook niets aan doen….
Devotion betekent dat alle stafleden samen een christelijk lied zingen in het Urdu. Zoals in Nederland in de kerk zingen sommigen goed en anderen erg vals en hard. Soms begeleidt Imran, de muziekdocent, het lied met keyboard of als de stroom er af ligt het harmonium. Ze willen graag dat ik ook ga begeleiden met mijn altviool, maar er staat geen noot van deze liederen op papier. Dat is voor mij dus erg moeilijk aangezien ik toch westers ben en graag noten lees bij het muziek maken. Imran doet alles by heart. Na het zingen leest iemand voor uit de Urdu bijbel en wordt er gebeden. Na het bidden wordt er door de directrice (of als ze er niet is, de hoofddocent) gemeld wat er die dag van de docenten en andere staf wordt verwacht naast lesgeven.
Dan is het tijd om je klaar te maken voor het lesgeven. Althans dat doe ik dan of probeer ik dan. Collega’s lopen eerst heen en weer (lijkt voor mij als Nederlandse wat doelloos en inefficiënt) en begroeten elkaar uitgebreid. Dit begroeten komt elke dag terug. Vrouwen zoenen elkaar en geven een knuffel. Mannen geven elkaar een hand. Mannen en vrouwen geven elkaar een hand. Iedereen vraag altijd erg sociaal wenselijk: hoe gaat het met je, goed, en met jou, ook goed. Deze zinnen kunnen Tom en ik nu al dromen in het Urdu: Kja ha lè? Mè thiek hoon, aap ka kja ha lè? Mè bhi thiek hoon. En onze uitspraak is blijkbaar erg goed. We krijgen regelmatig complimentjes, dus leren we enthousiast verder.
Tussen half negen en negen uur komen de kinderen binnen druppelen en wordt er gezamenlijk gezongen en gekeken wie present or absent is. Dit wordt in het grote boek opgeschreven.
Om negen uur gaan de kinderen naar hun eigen klas met hun docent. Nadab, Amber en ik gaan naar onze speech room (speciaal voor mij met airconditioning). Voor Nederlandse maatstaven een behoorlijke ruimte, zeker driekwart van de fysioruimte in Ottersum denk ik. Voordat ik kwam was er een kleine ruimte beschikbaar. Maar dankzij mijn komst is logopedie gepromoveerd. Deze week zijn we met z’n drieen bezig om een Urdu versie van een articulatieonderzoek te maken. Vrijdag zijn we gestart en morgen is het hopelijk af, al met al een week werk dus. En dat terwijl we dit in Nederland wel in een dag af zouden hebben. Maar ik heb geduld. We zijn dus op mijn advies nog niet gestart met therapie.
Om half elf is het snacktime. Alle docenten krijgen chai geserveerd in hun klas. Dat is Pakistaanse hele sterke thee met veel melk en suiker. Soms krijg ik speciaal black tea. Dan weer lessen tot kwart over twaalf, want dan begint de gezamenlijke lunch in de dining room. Alle kinderen hebben hun lunchtrommel mee met meerdere bakjes waarin een chapati of parata (soort broodpannenkoeken) zit en groente, rijst of een omelet. Op vrijdag kookt Roselyn, de kok van Dar-ul-Mussarat en eten docenten ook mee. Om één uur gaan de kinderen naar huis en werk ik tot twee uur verder. Dan ga ik naar huis, eet lunch met Tom. Tegen drie uur gaan we een uurtje slapen. Daarna is er tijd voor andere dingen of werk ik nog een beetje thuis.
Mijn werkdag ziet er als volgt uit. Ik sta op om kwart voor zeven, wat voor mij nog steeds erg vroeg is. Voor mensen hier dagelijkse kost , zij staan bijna allemaal om vijf uur op. Dus ik mag nog blij zijn.
Dan neem ik een lauwe of koude douche, eet mijn cornflakes met melk en een banaan en soms een toast met jam. Dus best nog te vergelijken met een Nederlands ontbijtje. Dan is het ongeveer half acht en hoop ik op tijd te zijn voor de devotion. Voor alle andere stafleden is het belangrijk stipt op tijd binnen te zijn, anders krijg je waar iedereen bij is op je donder van de directrice. Dat op tijd zijn is voor een aantal wel een probleem, zeker als je afhankelijk bent van het openbaar vervoer. Ik heb ook moeite om op tijd te komen, een inmiddels bekend (!) verschijnsel voor mijn collega’s en anderen in Nederland. Heb ik van mijn vader geërfd (ja papa, ik wilde je toch even noemen, fijn hè). Maar ik krijg (tot nu toe) niet op mijn donder. Niet erg rechtvaardig, maar daar kan ik ook niets aan doen….
Devotion betekent dat alle stafleden samen een christelijk lied zingen in het Urdu. Zoals in Nederland in de kerk zingen sommigen goed en anderen erg vals en hard. Soms begeleidt Imran, de muziekdocent, het lied met keyboard of als de stroom er af ligt het harmonium. Ze willen graag dat ik ook ga begeleiden met mijn altviool, maar er staat geen noot van deze liederen op papier. Dat is voor mij dus erg moeilijk aangezien ik toch westers ben en graag noten lees bij het muziek maken. Imran doet alles by heart. Na het zingen leest iemand voor uit de Urdu bijbel en wordt er gebeden. Na het bidden wordt er door de directrice (of als ze er niet is, de hoofddocent) gemeld wat er die dag van de docenten en andere staf wordt verwacht naast lesgeven.
Dan is het tijd om je klaar te maken voor het lesgeven. Althans dat doe ik dan of probeer ik dan. Collega’s lopen eerst heen en weer (lijkt voor mij als Nederlandse wat doelloos en inefficiënt) en begroeten elkaar uitgebreid. Dit begroeten komt elke dag terug. Vrouwen zoenen elkaar en geven een knuffel. Mannen geven elkaar een hand. Mannen en vrouwen geven elkaar een hand. Iedereen vraag altijd erg sociaal wenselijk: hoe gaat het met je, goed, en met jou, ook goed. Deze zinnen kunnen Tom en ik nu al dromen in het Urdu: Kja ha lè? Mè thiek hoon, aap ka kja ha lè? Mè bhi thiek hoon. En onze uitspraak is blijkbaar erg goed. We krijgen regelmatig complimentjes, dus leren we enthousiast verder.
Tussen half negen en negen uur komen de kinderen binnen druppelen en wordt er gezamenlijk gezongen en gekeken wie present or absent is. Dit wordt in het grote boek opgeschreven.
Om negen uur gaan de kinderen naar hun eigen klas met hun docent. Nadab, Amber en ik gaan naar onze speech room (speciaal voor mij met airconditioning). Voor Nederlandse maatstaven een behoorlijke ruimte, zeker driekwart van de fysioruimte in Ottersum denk ik. Voordat ik kwam was er een kleine ruimte beschikbaar. Maar dankzij mijn komst is logopedie gepromoveerd. Deze week zijn we met z’n drieen bezig om een Urdu versie van een articulatieonderzoek te maken. Vrijdag zijn we gestart en morgen is het hopelijk af, al met al een week werk dus. En dat terwijl we dit in Nederland wel in een dag af zouden hebben. Maar ik heb geduld. We zijn dus op mijn advies nog niet gestart met therapie.
Om half elf is het snacktime. Alle docenten krijgen chai geserveerd in hun klas. Dat is Pakistaanse hele sterke thee met veel melk en suiker. Soms krijg ik speciaal black tea. Dan weer lessen tot kwart over twaalf, want dan begint de gezamenlijke lunch in de dining room. Alle kinderen hebben hun lunchtrommel mee met meerdere bakjes waarin een chapati of parata (soort broodpannenkoeken) zit en groente, rijst of een omelet. Op vrijdag kookt Roselyn, de kok van Dar-ul-Mussarat en eten docenten ook mee. Om één uur gaan de kinderen naar huis en werk ik tot twee uur verder. Dan ga ik naar huis, eet lunch met Tom. Tegen drie uur gaan we een uurtje slapen. Daarna is er tijd voor andere dingen of werk ik nog een beetje thuis.
6 opmerkingen:
Ha Adine, wat super leuk om zo uitgebreid over jouw dagritme te lezen. Nu kan ik me er toch wel veel meer bij voorstellen hoe dat daar zo gaat in Pakistan. Zo te lezen ben je echt kei goed bezig!!!
Heel veel succes! Liefs Maartje
He Adine en Tom!
Opstaan om 6.45 uur... eitje toch? Ik sta op om 5.45 uur om te sporten :-). Oke, heb er wel lang over gedaan om dat voor elkaar te krijgen ;-).
Leuk om te lezen hoe je werkdag eruit ziet! En dat jullie de taal ook leren, knap hoor - zijn de uitspraken niet lastig? Ik hoop dat jullie weer helemaal gezond zijn en veel succes met je werk!!
xx Wendy
nou de taal leren... we doen ons best met een aantal woorden, zinnen, tellen en dergelijke. We hebben nog geen cursus gevolgd maar worden door mijn collega's erg aangemoedigd. Dank jullie wel voor de reacties.
En op naar het volgende bericht!
Liefs Adine
Ha Adine en Tom,
Wat leuk om te lezen over jullie ervaringen en dagritme. Als ik het zo lees ben je daar wat betreft logoruimte veel beter af dan in ons land (eigenlijk gek toch?)
Heel veel plezier en succes!
Groetjes Jolanda
p.s hoe gaat het met het vinden van werk voor Tom?
Ha Jolanda, alles goed in het brabantse?
Ja, de logoruimte is erg groot. Maar vorig jaar hadden ze een klein hok hoor! Deze ruimte hebben ze speciaal voor mij opgeknapt en er tapijt en airconditioning in gedaan (wat ook wel erg fijn is voor me). Nu maar hopen dat het de logoruimte blijft als ik weer weg ben.
Tom gaat waarschijnlijk binnenkort twee mensen ondersteunen met Engels. Zij moeten een bepaald niveau in Engels hebben en een examen doen. Tom kan ze wel wat leren. Dus hij wordt nog docent, net als zijn ouders. Zit misschien toch in de genen!
Ach Adine, dan gaan we er toch gewoon voor dat als jij terug komt in Ottersum dat minimaal hetzelfde voor je klaar staat (nou ja, we delen met een aantal collega's).
Wat fijn dat Tom ook een wat gevonden heeft. En als lesgeven in zijn genen zit moet dat zeker goed komen.
In het brabantse land alles oke, het is hier wel wat frisser aan het worden, maar dat is in Velp nog niet te merken!
Veel plezier nog!
Een reactie posten