• de ouders van Adine helaas weer naar Nederland zijn vertrokken
• we het idee hebben gekregen, dat ze het erg naar hun zin hebben gehad (zie vorige posting)
• ze met koffers vol cadeaus kwamen, maar ook weer met volle koffers vertrokken
• we ze nu al weer missen (net als alle andere mensen in Nederland natuurlijk)
• we vorige week onverwachts 2 pakketten uit Nederland hebben ontvangen
• dat ze afkomstig bleken te zijn van Dichterbij (werk Adine)
• ze vol zaten met spel- en behandelmateriaal
• er ook een persoonlijke dvd bij zat
• daaruit bleek dat Adine’s collega’s met de kerstlunch geld hiervoor hadden ingezameld
• we hier heel blij mee zijn (en Dar-ul-Mussarat natuurlijk ook)
• Tom voor Sharens achtste verjaardag oliebollen, appel-, banaan- en ananasbeignets heeft gebakken
• die erg in de smaak vielen
• ze wel passen in het Pakistaanse dieet van (veel) vet en (veel) suiker!
• we (gelukkig) nog niet gevraagd zijn om groene peperbeignets te maken
• we Sharen een pop en een boekje van Miffi (Nijntje) cadeau hebben gedaan
• de winter nu toch wel echt voorbij is
• het overdag al warmer wordt dan 25 graden
• dit nog koel is
• in mei en juni de temperatuur (naar horen zeggen) kan oplopen tot boven de 45 graden!
• wij dan levend worden gekookt
• we gelukkig airco hebben (als er stroom is)
• we al drie dagen geen elektriciteit hebben in onze slaapkamers en badkamer
• het internet er thuis al bijna een week uit ligt
• we dus ook niet kunnen skypen
• we van ontwenning last hebben van trillende handen en stembanden
• we sinds gisterenmiddag ook al geen water hebben
• de waterpomp kapot schijnt te zijn
• ze heel hard aan het werk zijn om alle ongemakken op te lossen (hopen we)
• Tom aanstaande maandag 10 dagen op vakantie gaat naar Oman
• hij daar wil gaan fietsen
• hij dat best spannend vindt, omdat hij nog nooit zo lang alleen heeft gefietst
• hij ook weinig conditie en spiermassa heeft
• je in Lahore niet echt kan trainen (tenzij je levensmoe bent)
• hij dus waarschijnlijk met spierpijn thuis zal komen
• Adine de tijgerbalsem voor dit geval koud heeft gezet
• je in Pakistan cadeaupapier kan kopen met een print van volle bierglazen
• nieuwsbrief 7 binnenkort verschijnt
donderdag 26 februari 2009
zaterdag 14 februari 2009
Verwanten dichterbij
Ja, hoor, wij zijn in Lahore (spreek uit Lahoor) en we kwamen onmiddellijk in een soort shock terecht. Na een zeer voorspoedige reis met prima vliegtuigen van Emirates werden we opgewacht door Adine en Tom en hun driver Youcoub; tranen van blijdschap en onpakistaanse omhelzingen! Zelf autorijden is echt niet aan de orde, hectiek en chaotisch verkeer alom, nauwelijks richtingborden en geen straatnaambordjes, dus gelukkig maar, dat er drivers beschikbaar zijn, die ons kunnen halen en brengen. Het straatbeeld is als in een donkere, krioelende, lawaaiige, stoffige, stinkende film, met als contrast hier en daar verse groenten, sinaasappels, aardbeien, kleurige vrouwenkleding en plotseling een moderne winkelpui. Wat je op straat bijna niet ziet is: baby’s, kinderwagens, gehandicapten of bejaarden. Blijkbaar blijven die binnen of achter de muren?
We zijn blij, dat we hier zijn en genieten van alles wat we meemaken: kleding, vriendschappen, gastvrijheid, voedsel (rather spicy), cultuur, kerkgang, Dar ul Mussarat en zelfs een toeristische trip naar het Fort uit 1566, de Badshahi moskee (1674) en het Lahore museum (1894). Op veel plekken zijn de invloeden van de Engelsen nog te zien. Hoogtepunten zijn de Shish Mahal (Palace of Mirrors), de “miniature paintings” en de Kalash- en Hunza-cultuur.
Dinsdag 10 februari zijn we om 8 uur aanwezig op Dar ul Mussarat bij de Devotion (ochtendwijding) en kennismaking met het team, geleid door Mrs. Resha (Principal of Dar ul Mussarat). Nadat we tijdens de dagopening met de kinderen onze tas met speel-leer-materiaal hebben overhandigd, gaan we de hele school door, we belanden tenslotte in de speechroom, waar Adine werkt en zien we hoe Amber en Aiyza worden voorbereid en ingewerkt door Adine. Heel indrukwekkend allemaal, zeker als je ziet, met welke middelen er gewerkt wordt. Ook autistische kinderen krijgen begeleiding/training. De problemen en vorderingen worden geobserveerd en geïnterpreteerd.
De Pakistaanse cultuur is zo anders dan de onze, dus is het heel moeilijk om de Westerse kennis over te brengen. Adine spant zich in om begrip te kweken voor wat de juiste manier van werken is met het beste resultaat voor de leerkracht en de kinderen. Wat in hun cultuur onbekend is, is b.v. zelfreflectie of in de toekomst denken, plannen. Zouden ze dat kunnen of willen leren en gebruiken? De stijl van leidinggeven is hier nog vooral orders geven en te weinig gericht op stimuleren en het ontwikkelen van nieuwe methoden. Het speel-leer-materiaal, zien we, komt al direct van pas. Na de lunch met de kinderen is om 14.00 uur de school leeg en stil.
We maken kennis met vele vrienden en ook met de Pakistaanse gastvrijheid: in één woord geweldig. We ontmoeten o.a. Bishop Samuel, Resha, Javed, Raheel, Reverend Jane, Alia, Raju, Didi, Sherry, Opa Daniel, Mehwish, Dr. Edgar, Erum, Corien, Kamar, Summer, Youcoub, vele collega’s van Adine en hebben onvergetelijke gesprekken. Adine en Tom doen geweldige ervaringen op en worden in het werk en in de contacten zeer gewaardeerd, dat zie je en dat zeggen velen ook tegen ons. We zijn blij, dat we deze reis ondernomen hebben en mogen nu ook delen in hun rijke ervaringen.
Het is deze week bijna Hollands voorjaarsweer, overwegend zonnig, zo’n 20 graden en twee dagen regen, waardoor de atmosfeer lekker opfrist. Nadat Adine terug is van school zitten we ’s middag heerlijk in de zon, lezen en bijpraten. Net als Adine en Tom, mag Inge prachtige kleding dragen, die op maat is gemaakt: een Shalwar kameez met dupatta, lila met zilver, precies wat bij haar past. Nanne beperkt zich tot een traditioneel hoofddeksel, de Kalashi-muts.
Nanne Groot en Inge Mol
We zijn blij, dat we hier zijn en genieten van alles wat we meemaken: kleding, vriendschappen, gastvrijheid, voedsel (rather spicy), cultuur, kerkgang, Dar ul Mussarat en zelfs een toeristische trip naar het Fort uit 1566, de Badshahi moskee (1674) en het Lahore museum (1894). Op veel plekken zijn de invloeden van de Engelsen nog te zien. Hoogtepunten zijn de Shish Mahal (Palace of Mirrors), de “miniature paintings” en de Kalash- en Hunza-cultuur.
Dinsdag 10 februari zijn we om 8 uur aanwezig op Dar ul Mussarat bij de Devotion (ochtendwijding) en kennismaking met het team, geleid door Mrs. Resha (Principal of Dar ul Mussarat). Nadat we tijdens de dagopening met de kinderen onze tas met speel-leer-materiaal hebben overhandigd, gaan we de hele school door, we belanden tenslotte in de speechroom, waar Adine werkt en zien we hoe Amber en Aiyza worden voorbereid en ingewerkt door Adine. Heel indrukwekkend allemaal, zeker als je ziet, met welke middelen er gewerkt wordt. Ook autistische kinderen krijgen begeleiding/training. De problemen en vorderingen worden geobserveerd en geïnterpreteerd.
De Pakistaanse cultuur is zo anders dan de onze, dus is het heel moeilijk om de Westerse kennis over te brengen. Adine spant zich in om begrip te kweken voor wat de juiste manier van werken is met het beste resultaat voor de leerkracht en de kinderen. Wat in hun cultuur onbekend is, is b.v. zelfreflectie of in de toekomst denken, plannen. Zouden ze dat kunnen of willen leren en gebruiken? De stijl van leidinggeven is hier nog vooral orders geven en te weinig gericht op stimuleren en het ontwikkelen van nieuwe methoden. Het speel-leer-materiaal, zien we, komt al direct van pas. Na de lunch met de kinderen is om 14.00 uur de school leeg en stil.
We maken kennis met vele vrienden en ook met de Pakistaanse gastvrijheid: in één woord geweldig. We ontmoeten o.a. Bishop Samuel, Resha, Javed, Raheel, Reverend Jane, Alia, Raju, Didi, Sherry, Opa Daniel, Mehwish, Dr. Edgar, Erum, Corien, Kamar, Summer, Youcoub, vele collega’s van Adine en hebben onvergetelijke gesprekken. Adine en Tom doen geweldige ervaringen op en worden in het werk en in de contacten zeer gewaardeerd, dat zie je en dat zeggen velen ook tegen ons. We zijn blij, dat we deze reis ondernomen hebben en mogen nu ook delen in hun rijke ervaringen.
Het is deze week bijna Hollands voorjaarsweer, overwegend zonnig, zo’n 20 graden en twee dagen regen, waardoor de atmosfeer lekker opfrist. Nadat Adine terug is van school zitten we ’s middag heerlijk in de zon, lezen en bijpraten. Net als Adine en Tom, mag Inge prachtige kleding dragen, die op maat is gemaakt: een Shalwar kameez met dupatta, lila met zilver, precies wat bij haar past. Nanne beperkt zich tot een traditioneel hoofddeksel, de Kalashi-muts.
Nanne Groot en Inge Mol
zaterdag 7 februari 2009
Oudermiddag
Vorige week zaterdag was er een “parents meeting”, wat je kunt vergelijken met een Nederlandse ouderavond, maar dan op zaterdag en zonder tijdschema. Dan merk je hoe gestructureerd we in Nederland zijn (misschien wel iets te gestructureerd). In Nederland wordt er gewerkt met een duidelijk tijdschema: die tijd bij docent X, dan pauze van 5 minuten en daarna bij docent Y. Hier gaat het door elkaar en moeten ouders op hun beurt wachten. En het zou Pakistan niet zijn als er geen ouders zijn die willen voordringen! Om te illustreren wat we in de logopedieruimte doen, had ik samen met Tom een video-opname gemaakt die ik heb laten zien in het algemene inleidende gedeelte. De video bestond uit drie delen. Eén deel waarbij Aiyza een kind behandelt met articulatieproblemen, één deel waarbij Amber met een kind werkt met het plaatjessysteem (met mij als schaduwtrainer) en één deel waarin ikzelf een kind onderzoek met betrekking tot eet- en drinkproblemen. Aiyza en Amber vertelden in het Urdu erbij wat er gebeurde, waardoor ik ook kon horen, voor zover mijn Urdu toereikend is, of zij het zelf goed begrepen hebben.
In onze logopedieruimte was het erg druk met ouders. De ouders vonden het erg interessant en kwamen na het algemene gedeelte bijna allemaal langs in ons lokaal. Zelfs ouders van kinderen voor wie logopedie niet nodig of haalbaar is, kwamen om hulp vragen. Dat is natuurlijk niet zo gek. Ik zou mijn kind ook graag alle mogelijkheden willen bieden, helemaal als er iemand met nieuwe kennis vanuit een ander land op bezoek komt. Je wil toch alle kansen aangrijpen. Veel mensen denken hier dat ik een dokter ben en dat ik de kinderen ook echt kan genezen. Ouders hebben eens gevraagd of ik geen therapie wist zodat hun zoon normaal wordt. Ze dachten dat er in Duitsland een dergelijke therapie van een halfjaar was ontwikkeld. Toen heb ik heel subtiel geprobeerd duidelijk te maken dat dit niet mogelijk is. Het lastige is dat alles in perspectief moet worden gezien. Een kind met een ontwikkelingsleeftijd van nog geen jaar, kun je niet leren spreken. Dat kan een “normaal” kind van die leeftijd ook niet. En de articulatie van een kind van drie is nog verre van perfect, dus kun je dat ook niet verwachten van iemand met een ontwikkelingsleeftijd van drie jaar. Maar het is hard om dat te zeggen tegen ouders. Dat doe ik dus ook niet met mijn Nederlandse directheid. Zeker niet in Pakistan waar nee zeggen veel lastiger is dan bij ons in Nederland. Wat je wel kunt zeggen is “dat het heel moeilijk is”. Subtiliteit met vlijt!
Het gaat me steeds beter af om alles in perspectief te zien. In het begin had ik nog wel eens moeite met het niveau van mijn collega's van Dar-ul-Mussarat. Het hele doen en laten kwam me soms erg amateuristisch over. Het leek alsof over weinig zaken was nagedacht en dat leerkrachten maar wat deden. Wat voor mij logisch leek, bleek voor leerkrachten niet zo te zijn. Ik had de drang om elke "misstand" op te pakken, ook al had het niet zo veel met logopedie te maken. Als we er over nadenken is het eigenlijk ook logisch dat er in Pakistan een achterstand is op het gebied van gehandicaptenzorg. Zo is er de laatste vijftig jaar in Nederland een enorme expertise opgebouwd. Instellingen en scholen worden betaald door de overheid en er worden op diverse niveaus opleidingen aangeboden, zoals SPW, Activiteitenbegeleiding, SPH en paramedische opleidingen als Logopedie en Fysiotherapie. In Nederland zijn er heel weinig mensen in de gehandicaptenzorg werkzaam die niet geschoold zijn. Daarnaast wordt medewerkers ook regelmatig bijscholing aangeboden. Toch heeft deze kennis in Nederland ook zijn keerzijde. Om de zoveel tijd worden er weer nieuwe concepten voor de gehandicaptenzorg bedacht, waar massaal op moet worden overgeschakeld. Zo is het laatste decennium de bedoeling dat gehandicapten meer geïntegreerd dienen te worden in de maatschappij. Grote terreinen zoals in Ottersum zijn taboe en de mensen moeten weer in de wijk gaan wonen.
Dar-ul-Mussarat heeft al die Nederlandse mogelijkheden niet. Alle scholen voor gehandicapten zijn gesticht vanuit een particulier initiatief. De overheid draagt niks bij aan de school. DuM moet het dus hebben van schoolgeld dat door de ouders wordt betaald en andere financieringsbronnen. Zo gaat een gedeelte van het geld dat wordt opgehaald via St. Peter's High School naar Dar-ul-Mussarat. Door het constante gebrek aan geld, is het voor Dar-ul-Mussarat ook niet mogelijk om goed geschoolde leerkrachten te werven. Deze zijn eenvoudigweg te duur. Ik ben ook gaan beseffen, dat ik niet in een jaar tijd Dar-ul-Mussarat op het niveau van Nederland kan krijgen. Ik kan echter wel mijn steentje bijdragen door Aiyza en Amber tot junior-logopedist op te leiden.
In onze logopedieruimte was het erg druk met ouders. De ouders vonden het erg interessant en kwamen na het algemene gedeelte bijna allemaal langs in ons lokaal. Zelfs ouders van kinderen voor wie logopedie niet nodig of haalbaar is, kwamen om hulp vragen. Dat is natuurlijk niet zo gek. Ik zou mijn kind ook graag alle mogelijkheden willen bieden, helemaal als er iemand met nieuwe kennis vanuit een ander land op bezoek komt. Je wil toch alle kansen aangrijpen. Veel mensen denken hier dat ik een dokter ben en dat ik de kinderen ook echt kan genezen. Ouders hebben eens gevraagd of ik geen therapie wist zodat hun zoon normaal wordt. Ze dachten dat er in Duitsland een dergelijke therapie van een halfjaar was ontwikkeld. Toen heb ik heel subtiel geprobeerd duidelijk te maken dat dit niet mogelijk is. Het lastige is dat alles in perspectief moet worden gezien. Een kind met een ontwikkelingsleeftijd van nog geen jaar, kun je niet leren spreken. Dat kan een “normaal” kind van die leeftijd ook niet. En de articulatie van een kind van drie is nog verre van perfect, dus kun je dat ook niet verwachten van iemand met een ontwikkelingsleeftijd van drie jaar. Maar het is hard om dat te zeggen tegen ouders. Dat doe ik dus ook niet met mijn Nederlandse directheid. Zeker niet in Pakistan waar nee zeggen veel lastiger is dan bij ons in Nederland. Wat je wel kunt zeggen is “dat het heel moeilijk is”. Subtiliteit met vlijt!
Het gaat me steeds beter af om alles in perspectief te zien. In het begin had ik nog wel eens moeite met het niveau van mijn collega's van Dar-ul-Mussarat. Het hele doen en laten kwam me soms erg amateuristisch over. Het leek alsof over weinig zaken was nagedacht en dat leerkrachten maar wat deden. Wat voor mij logisch leek, bleek voor leerkrachten niet zo te zijn. Ik had de drang om elke "misstand" op te pakken, ook al had het niet zo veel met logopedie te maken. Als we er over nadenken is het eigenlijk ook logisch dat er in Pakistan een achterstand is op het gebied van gehandicaptenzorg. Zo is er de laatste vijftig jaar in Nederland een enorme expertise opgebouwd. Instellingen en scholen worden betaald door de overheid en er worden op diverse niveaus opleidingen aangeboden, zoals SPW, Activiteitenbegeleiding, SPH en paramedische opleidingen als Logopedie en Fysiotherapie. In Nederland zijn er heel weinig mensen in de gehandicaptenzorg werkzaam die niet geschoold zijn. Daarnaast wordt medewerkers ook regelmatig bijscholing aangeboden. Toch heeft deze kennis in Nederland ook zijn keerzijde. Om de zoveel tijd worden er weer nieuwe concepten voor de gehandicaptenzorg bedacht, waar massaal op moet worden overgeschakeld. Zo is het laatste decennium de bedoeling dat gehandicapten meer geïntegreerd dienen te worden in de maatschappij. Grote terreinen zoals in Ottersum zijn taboe en de mensen moeten weer in de wijk gaan wonen.
Dar-ul-Mussarat heeft al die Nederlandse mogelijkheden niet. Alle scholen voor gehandicapten zijn gesticht vanuit een particulier initiatief. De overheid draagt niks bij aan de school. DuM moet het dus hebben van schoolgeld dat door de ouders wordt betaald en andere financieringsbronnen. Zo gaat een gedeelte van het geld dat wordt opgehaald via St. Peter's High School naar Dar-ul-Mussarat. Door het constante gebrek aan geld, is het voor Dar-ul-Mussarat ook niet mogelijk om goed geschoolde leerkrachten te werven. Deze zijn eenvoudigweg te duur. Ik ben ook gaan beseffen, dat ik niet in een jaar tijd Dar-ul-Mussarat op het niveau van Nederland kan krijgen. Ik kan echter wel mijn steentje bijdragen door Aiyza en Amber tot junior-logopedist op te leiden.
Abonneren op:
Posts (Atom)