dinsdag 7 juli 2009

Weer thuis

We zijn nu 16 dagen thuis in Nederland. En ooh wat is dat fijn! Ik kan weer zelf naar de winkel, even wandelen, fietsen, andere kleding aan zonder dat ik word aangekeken alsof ik in mijn blootje loop. Ik heb me er op verheugd en het is echt heerlijk, helemaal met het lekkere weer de afgelopen week.

Maar thuis is wel veranderd. Want nu hebben we een ervaring mee terug naar huis genomen, een nieuwe wereld is open gegaan en die willen we graag bij ons houden. Nu wil ik vasthouden aan de goede dingen van Pakistan en kan ik de minder positieve zaken makkelijker vergeten. Ik draag mijn sjaals met trots, deel de ervaringen met trots en nuanceer de Pakistaanse mentaliteit als die lijkt te botsen met de Nederlandse. Waar sta ik dan nu? De komende tijd is er natuurlijk ruimte om “alles een plekje te geven” (oh wat klinkt dat weer akelig Nederlands). Maar ondertussen rent Nederland verder, ondanks de crisis die sommige mensen niet meer laat rennen…

En ja, de clichés zijn waar, want wij maken ons nu niet zo druk om de boodschappen, het huis en meer van die dingen. Maar als we op een terras of in een restaurant achterlijk veel geld moeten betalen, gaan we oer-Nederlands en ook Pakistaans, over in zeuren. We wisten het van tevoren, maar zijn alsnog geschrokken.

Ons huurappartement in Nijmegen kunnen we weer in op 1 augustus. Dus dat echt thuis komen duurt nog even. We bivakkeren thuis bij onze familie en vrienden en maken gebruik van verschillende slaapplaatsen in ons mooie vrije land. Maar we missen onze vrienden in Lahore ook. Hoe gaan we de vriendschappen onderhouden met hun? Houden we dat vol? Gaan we nog eens terug? Plannen zijn er en we gaan ons best doen. Zeker niet; uit het oog, uit het hart.

Af en toe kunnen we niet zo goed uit onze woorden komen. Dan ken ik alleen even het Engelse woord. Ik heb al eens Engels gepraat in mijn slaap. En ik heb de neiging Urdu te praten tegen kleine kinderen. Maar dat snappen ze hier toch niet zo goed… De impact die het afgelopen jaar heeft gehad, komt langzamerhand wel in beeld en zal nog duidelijker worden. Wat in ieder geval duidelijk is, is dat we heel blij zijn dat we deze kans hebben gekregen en een “barra” (grote) ervaring rijker zijn geworden.

woensdag 1 juli 2009

Murree training

In mei heb ik hard gewerkt om een twee weken durende training te geven in Murree voor 33 mensen. Alle lessen waren behoorlijk goed voorbereid en dat terwijl de hitte zelfs in de slaapkamer waar ik mijn voorbereidingen deed minstens boven de 30 graden lag. De stroomuitval was in mei op z’n hoogtepunt en de temperatuur ook al bijna (boven de 40 graden). Als je van sauna’s houdt, kun je je lol op. Dus dat zou prima zijn geweest voor mij, ware het niet dat ik niet rustig kon liggen en daarna afkoelen in een koud bad, maar lessen uit moest typen, hard moest nadenken over de inhoud en methodes die ik wilde gebruiken en alles natuurlijk in het Engels. De stroom ging er om het uur vanaf en ik kan je vertellen dat de productiviteit daar niet beter van wordt. De laatste week voor de training ging het beter met de stroomvoorziening dus kon ik beter doorwerken (met ventilator en airconditioning) en zaken afronden.

Op zondag 31 mei gingen we op pad, nadat we die ochtend afscheid hadden genomen van de mensen in de Bishop Rockey Chapel (onze laatste kerkdienst voor vertrek naar Nederland) met taart, speeches, tranen en foto’s maken. De reis deden we samen met Raheel, onze Pakistaanse vriend die samen met Tom er op uit ging trekken terwijl ik mijn training gaf, en Jane, onze Britse buurvrouw die een opfriscursus Urdu ging doen in Murree. Eerst van Lahore met een Daewoo-bus naar Rawalpindi (stad vlakbij Islamabad) in 4 ½ uur. In Rawalpindi een Daewoo Racer-taxi (zeg maar een Opel Kadet) genomen naar Murree. Dat was twee uur rijden de bergen in, want Murree ligt op 2500 meter hoogte.

De training begon de volgende morgen, wel wat later dan gepland, want er moesten nog meer mensen aankomen. Daar had ik in mijn planning al rekening mee gehouden, dus geen stress. Ik zat goed op schema. Er was een committee van 3 mensen die mij hielp met de organisatie van de training en er was een tolk/vertaler die voor mij vertaalde naar Urdu. Vooral de tolk heeft goed werk verricht, want vertaling was echt nodig.

De training was opgebouwd met basis onderwerpen over logopedie. Eerst natuurlijk de introductie van de deelnemers, behoeften analyse, de therapie cyclus en algemeen wat logopedie inhoudt. Een lesdag over het gehoor met een practicum in de middag: de geluiden- en fluistertest. Les over communicatie, verdeeld in verbaal en non-verbaal, met theorie over de taalontwikkeling, opbouw van taal, symbolische taal en praktische lessen over communicatie onderzoek en observatie en therapie. Bij non-verbale communicatie heb ik ze in het kort geleerd te werken met de methode praten met plaatjes (en/of voorwerpen) voor gehandicapte kinderen of mensen die niet of nauwelijks spreken. We hebben dysfagie oftewel eet- en drinkproblematiek besproken, het slikproces en een checklist doorgenomen om ouders en begeleiders te kunnen adviseren en een practicum gedaan voor mondonderzoek. Dus iedereen ging in groepjes met elkaar in de weer met handschoenen, spatels, wattenstaafjes, bekertjes water en een positief stimulerende houding (dat was in ieder geval de bedoeling).

Bij de praktische lessen konden we lekker buiten zitten. De locatie buiten was daarvoor erg geschikt met verschillende niveau’s vanwege het bergachtige gebied en goed (niet te warm) weer. Bij het werken in groepjes ging ik met hulp van mijn twee DuM collega’s bij elk groepje langs om te coachen. Verder heb ik veel tijd besteed aan articulatie (pronunciation/articulation). Welke Urdu klanken zijn er en hoe worden ze uitgesproken? In groepjes van 4 presenteerden de deelnemers een aantal klanken met uitleg hoe het gearticuleerd wordt. Daarna les en practicum over articulatie onderzoek. Alle praktische lessen, dus alle onderzoeken en therapiemethodes, zijn uiteindelijk het belangrijkste en blijven het beste hangen als ze veel geoefend worden. We hebben dus aan het eind van de training nog een hele dag besteed aan de praktijk. Er waren vier "speciale" kinderen met een busje vanuit Islamabad gekomen, zodat de deelnemers hun vaardigheden "echt" konden oefenen. Het was een leuke, bijzondere en zeer leerzame dag. Op de laatste dag heb ik nog een korte les gegeven over houding, adem en stem. Dat was wel grappig, want Pakistani zijn niet gewend om te praten over hun houding en zeker niet om het te laten zien aan ‘onbekenden’. We stonden namelijk in een grote kring met alle deelnemers, mannen en vrouwen, moslims en christenen te wiegen met onze heupen en rare (oer)kreten uit te slaan.

De deelnemers hebben de training heel leerzaam en positief gevonden. Elke dag hebben we met twee tot vier deelnemers samen geëvalueerd. Voor mij heel goed om te horen hoe de lessen ervaren werden en wat ik kon verbeteren. Voor de deelnemers heb ik twee examens gemaakt. Ze maakten zich erg nerveus, maar hebben het over het algemeen prima gedaan. Het was wel belangrijk om een examen te geven, om daarmee uit te drukken dat het niet lang leve de lol is, maar een serieuze training waar ze naderhand ook in hun eigen organisatie mee aan de slag gaan. En dat is voor de meeste ook goed mogelijk. Ze hebben enthousiasme, interesse en leervermogen getoond. Met die informatie, hun aantekeningen en een handleiding & dvd die ik de komende maand ga maken, hebben ze een basis om logopedie lessen te geven aan gehandicapte kinderen/ mensen. Ik ben erg benieuwd en zie het resultaat graag een keer terug.

dinsdag 9 juni 2009

Het graan dat van de velden komt...

Als je bij een Pakistaanse familie wordt uitgenodigd, dan is de kans groot dat je ook een maaltijd krijgt aangeboden. De hele tafel wordt vol met etenswaren gezet: chicken curry, dal (linzen), bindi (okra’s), channa chowl (rijst met kikkererwten), roti (brood) en vaak nog een aantal andere gerechten. Een heel feestmaal dus. Kosten nog moeite lijken te zijn gespaard. De vrouw des huizes heeft minimaal twee uur in de keuken staan zwoegen. Je kunt het dan als gast niet maken om slechts één bord te eten. De gastheer en –vrouw zullen net zolang blijven aandringen, dat je uit beleefdheid nog maar wat opschept, ook al zit je eigenlijk ramvol.

Eten is één van de peilers van de Pakistaanse cultuur. Je kunt geen vrienden of familie uitnodigen, zonder een maaltijd aan te bieden. De maaltijd is voor velen hét hoogtepunt van een bruiloft of een ander programma. Het eten wordt over het algemeen aan het eind van het programma geserveerd. Een groot aantal gasten lijkt alleen voor de maaltijd te zijn gekomen. Als de buffetten zijn klaargezet en de maaltijd wordt aangekondigd, stormen de uitgehongerde gasten naar het buffet en laden ze rücksichtslos hun bord vol. Je gaat echt geen rekening houden met degene die na jou komt. De beste stukken kip, over het algemeen wordt er kip curry of kip biryani geserveerd, worden er als eerste uitgevist. Als iedereen zijn buik meer dan rond heeft gegeten is het feest ten einde en gaan de mensen naar huis. Als je een dag later aan de gasten vraagt hoe het feest was, dan zullen ze eerst hun oordeel geven over het eten.

Deze focus op eten heeft uiteraard ook zijn keerzijde. Een schrikbarend groot aantal mensen in onze vrienden- en kennissenkring lijdt aan overgewicht. Obesitas is in Pakistan nog echt een welvaartsziekte. Onder de armere bevolking zul je weinig mensen met overgewicht aantreffen. In deze klasse zijn veel mensen juist ondervoed. Vooral vrouwen, die zichzelf min of meer opofferen voor hun man en zonen. Obesitas is een probleem aan het worden in de midden en hogere klassen. Ten eerste eten deze mensen gewoon te veel. Ten tweede eten ze over het algemeen te vet, te zoet en te weinig groenten en fruit. Ten derde bewegen deze mensen te weinig. Fysieke beroepen zijn voor de onderklasse, net als lopen en fietsen. Als je geld hebt koop je een brommer of een auto. Het is dan niet verwonderlijk dat in de midden en hogere klassen een groot aantal mensen lijdt aan overgewicht gerelateerde ziekten zoals hart- en vaatziekten en suikerziekte.

Tegen deze achtergrond is het typisch dat veel mensen een mening hebben over gezond eten. Regelmatig worden we door onze vrienden bestookt met quasi-wetenschappelijke verhandelingen over wat goed is om te eten. Vaak doen deze verhalen ongelovig aan en staan ze lijnrecht tegenover wat ons in Nederland over gezonde voeding wordt geleerd. Toch is het moeilijk te achterhalen of ze kloppen of niet. Over het algemeen lijken het uitspraken te zijn, die van generatie op generatie zijn overgedragen. Grote kans dat ze afkomstig zijn uit eeuwenoude Indiase voedingsgebruiken, zoals de Ayur Veda. Ondanks dat de wetenschap wellicht heeft bewezen, dat enkele uitspraken grote onzin zijn, blijven mensen er toch aan vasthouden. De lokale Pakistaan heeft niet zo veel op met wetenschap. Voor veel mensen is wetenschap een Amerikaans complot om de Pakistaanse bevolking onder de duim te houden. Zo vertelde Raheel het verhaal dat de World Health Organisation (WHO) had vastgesteld, dat veel zwangere vrouwen in Pakistan lijden aan bloedarmoede. Om dit tegen te gaan werd er onder zwangere vrouwen ijzerhoudend zout verspreid. Enkele weken later dook echter het verhaal op, dat het ijzerhoudend zout een Amerikaans complot was. Het zout zou vrouwen onvruchtbaar maken. Het gerucht was zo sterk, dat niemand meer het ijzerhoudend zout gebruikte. Ook de vrouwen, die aanvoelden dat het gerucht onjuist was, gebruikten het zout niet meer.

Hieronder zijn een aantal typische uitspraken over gezond eten terug te vinden. We willen daarbij opmerken, dat we nog niet proefondervindelijk hebben vastgesteld of ze waar zijn of niet.
• Als je water drinkt na het eten van watermeloen krijg je diarree.
• Als je zwanger bent gaat je hematocrietwaarde omlaag. Dit kun je compenseren door het eten van kippenlevertjes.
• In de winter kun je beter geen frisdrank drinken, want dan word je verkouden.
• Het eten van vis in combinatie met melkproducten is slecht voor de huid.
• Het drinken van water na het eten van gefrituurd eten is slecht voor je keel.
• Als je water drinkt na het eten van pakora’s (soort mini aardappelbeignet) dan krijg je een buikpijn. Door het water zouden de pakora’s in je maag uitzetten.
• Praten is goed voor de spijsvertering.
• Na het eten van mango's dien je melk te drinken. Van de mango's word je namelijk warm en de melk koelt je weer af.

woensdag 27 mei 2009

Aanslag Politiebureau

Hoi Nederland,

Maak jullie geen zorgen, we zijn ongedeerd.

Vandaag is er een aanslag gepleegd op een politiebureau in Lahore, hier 1 kilometer vandaan. We hoorden de enorme knal en voelden de trillingen ook. Het is een heftige aanslag geweest waarbij doden zijn gevallen en ook vele gewonden.

Pakistan blijft een onberekenbaar land, als het al niet erger wordt.... helaas. De drama's volgen elkaar steeds weer op. De mensen hier hebben het er zwaar mee en kunnen niet, zoals wij, weggaan naar een ander land. Voor ons zorgt het ook opnieuw voor onrust.
We hebben hier nog vier weken te gaan en dan hopen we veilig in Nederland terug te keren. Dat is voor ons een troost, maar we laten wel mensen in spanning achter.

maandag 25 mei 2009

India

Zoals in de vorige posting viel te lezen, ben ik (Tom) vanaf eind april een viertal weken wezen fietsen in India. Deze tocht die me naar de bergachtige deelstaat Himachel Pradesh voerde heb ik samen met Michael, een Australische vriend, ondernomen. Voor vertrek had ik gemengde gevoelens over India. Ik heb de laatste jaren een hoop mensen gesproken die in India op vakantie zijn geweest. Ze raakten allemaal niet uitgepraat over India. De ene helft van de mensen had het er helemaal mee gehad, terwijl de andere helft er op verliefd was geworden. Met spanning fietsten Michael en ik dus naar de Indiase grens. Vier weken later kan ik zeggen, dat India zeer goed is bevallen en dat ik zeker nog een keer van plan ben om terug te komen. Ik wil echter wel opmerken dat ik natuurlijk slechts een klein gedeelte van India heb gezien. Himachel Pradesh is namelijk niet veel groter dan Nederland. Daarnaast schijnt elke deelstaat weer zijn eigen dynamiek te kennen.

De eerste dagen fietsten we door de Punjab, de graanschuur en één van de meest welvarende deelstaten van India. De Punjab was voor Partition, de scheiding van India en Pakistan, één van de belangrijkste staten van India, maar werd gesplitst in een Indiaas en Pakistaans deel. De grootste helft viel toe aan Pakistan, terwijl de Indiase helft vandaag de dag niet veel groter is dan Nederland. Indiaas Punjab is de laatste decennia flink wat grondgebied kwijtgeraakt. Onder andere door de vorming van de deelstaten Haryana en Himachel Pradesh. Punjab is de enige Indiase deelstaat, waarbij de meerderheid van de bevolking het Sikh geloof aanhangt. Hoogtepunt van de Punjab is de gouden tempel van de Sikhs in Amritsar. Deze hebben we dan ook bezocht en sprak ons zeer tot de verbeelding.

Na drie dagen fietsen over de vlakte, die met de dag heter werd, bereikten we de deelstaat Himachel Pradesh. Lange tijd was Himachel Pradesh (HP) juist één van de armste deelstaten, maar door de ontwikkeling van tientallen waterkrachtcentrales en het toerisme, is de economie van HP de laatste tien jaar het hardste gegroeid van alle Indiase deelstaten. HP schijnt de stroom te leveren, voor de helft van de Indiase bevolking. De eerste week fietsten we langs de voet van de Himalaya, waarbij we regelmatig zicht hadden op de besneeuwde toppen van boven de 4.000 meter. We hebben twee dagen rust genomen in Dharmsala. In deze twee dagen hebben we onder andere een bezoek gebracht aan de residentie van de Tibetaanse regering in ballingschap. De Dalai Lama woont hier het grootste gedeelte van het jaar, maar heeft het helaas te druk om mensen te ontvangen.

Vanaf Dharmsala ging de tocht richting Manali. Een echt toeristisch centrum in de vallei van de Beas (Alexander de grote veroverde India tot aan de Beas) op een hoogte van 2.000 meter en omringd door bergen hoger dan 6.000 meter. Helaas sloeg de dag voordat we Manali zouden bereiken het weer om van warm en zonnig naar regenachtig en koud. Twee dagen lang lag de temperatuur niet hoger dan 10 graden. Er werd voor meer dan een week hetzelfde weer voorspeld, wat ons niet echt vrolijk stemde. Gelukkig trok de derde dag de hemel open en konden we onder een stralend zonnetje een poging doen om de Rohtangpas van bijna 4.000 meter hoogte te bedwingen. Helaas kwamen we daarbij niet hoger dan naar schatting 3.250 meter, omdat de weg volledig werd geblokkeerd door auto’s van toeristen die de sneeuw van dichtbij wilden zien.

Zeven mei vierden we Michaels verjaardag. Als verjaardagscadeau kreeg hij van Adine en ik een overnachting aangeboden in een heus kasteel. Dezelfde dag regelden we ook een trekking van vier dagen die ons over de 3.700 meter hoge Chandrikanipas zou brengen. Voor 30 euro per persoon per dag zouden we tijdens de trekking gezelschap krijgen van een gids en twee Nepalese dragers, die voor ons de tent en het eten zouden dragen. We hadden groot respect voor de dragers, omdat ze zonder klagen naar schatting 50 kilogram de berg op schouwden. De tassen hingen daarbij niet op hun rug, maar aan hun hoofd! De eerste nacht kampeerden we op 3.200 meter hoogte. De tweede dag ook, omdat ’s nachts het weer was omgeslagen. Hierdoor konden we de pas niet over. Dat betekende dat we pas de derde dag de pas over konden. Dat was flink aanpoten, want door het weer van de dag ervoor, was er een hoop verse sneeuw gevallen. Soms zakten we tot ons middel weg in de sneeuw. Na de pas werd er flink afgedaald, wat ons enorme spierpijn in de bovenbenen opleverde. De trekking werd afgesloten in Manikaran, een plaats bekend om zijn warmwaterbronnen. Heerlijk ontspannend na een aantal dagen bikkelen.

Na Manikaran gingen we van de Beasvallei via de enorm steile Jaloripas, 3.220 meter hoogte, naar de Sutlejvallei. De Sutlej is net als de Beas één van de vijf rivieren die door de Punjab (pandj is vijf in het Hindi en Urdu) naar de Indus stromen. In eerste instantie wilden we naar Shimla fietsen, maar twee fietsende Indiërs hadden ons aangeraden om de Sutlej stroomopwaarts te volgen. Drie dagen lang hebben we in het dal van de Sutlej gefietst. Op ongeveer 30 kilometer bouwput na, was de vallei overweldigend. Vooral het stuk van Nako (3.800 m.) naar Recong Peo (2.250 m.) was van een onvergetelijke schoonheid. Wegens tijdgebrek hadden we ons een dag ervoor met een jeep naar Nako laten brengen. Dit dorp aan een klein meer was het mooiste en meest rustieke dorp wat we op onze reis hadden gezien. Bijna elke hoek was een foto waard. Tijdens de rit omlaag veranderde het landschap van kaal, woestijnachtig, naar groen en meer tropisch. Ondertussen hadden we bijna continu uitzichten op de besneeuwde toppen van de Himalaya.

In Recong Peo namen we de bus naar Shimla, die er bijna tien uur over deed. Shimla was een beetje een teleurstelling na drie weken in de majestueuze bergen. Shimla is groot, druk, duur en de uitzichten zijn waardeloos. De volgende dag fietsten we de laatste gezamenlijke kilometers van onze reis. Bergaf naar Chandigarh, de door Le Corbusier geplande hoofdstad van zowel Punjab als Haryana. In de vlakte maakten we weer kennis met de hitte en de drukte. In Chandigarh scheidden ook onze wegen. Michael zou een bus naar Delhi airport nemen, terwijl ik een bus terug naar Amritsar nam. De laatste avond hebben we doorgebracht in een typisch Indiaas café en onder het genot van een biertje onze reis geëvalueerd. Daarbij kwamen we unaniem tot de conclusie dat het een zeer geslaagde reis was en dat India ons alles behalve heeft teleurgesteld.

Benieuwd naar meer foto's? Klik dan hier.

dinsdag 28 april 2009

Greetings from Dharamsala

Hello!

I'm now in sunny Himachal Pradesh province in India after an eventful week in Pakistan. On my first day there I helped with a bake sale at a local school where my friends are working and met many people and had an interesting time playing Dutch games and trying Pakistani food. It was well into the 40's and we were grateful for plenty of shade! On the second day we saw some sights around the city, before I was cruelly hit by a dose of food poisoning. After a day of evacuating frequently from both ends I was completely dehydrated, and couldn't drink at all without it returning shortly after. A quick visit to hospital for an IV drip and a good sleep got me over the worst of that one. The Lahore hospitals have a very open door policy and you just wander in, find a nice doctor and then a nice nurse hooks you up. It was good to have a lie down and read a good book after that. After several days in bed we saw an amazing old fort in Lahore on the Friday before cycling off on Saturday, just one day behind the original planned departure. The traffic in Pakistan has been great fun to watch and ride in, and the 'me first' mentality is a strong one throughout much of the country's operations. It was a very informative week as Tom and Adine have some good friends in Pakistan. Adine has done 9 months of hard work training teachers in speech therapy in a school for mentally challenged children. She seems to have learnt a lot about Pakistan and about herself too! A good challenge for Tom to help maintain her sanity I think :)

My health has improved tremendously since last week, to the point that we have now cycled 260km in the last 4 days. The last 30km was all uphill and we are now in sight of the Himalayas! They are massive mountains towering in the distance, all covered in snow. It is so good to be here, and within a small number of kilometres from the Dalai Lama too. We'll go visit him tomorrow for a nice chai latte.

Tom's knee is holding up well and we have been taking it slowly, especially up the hills. The food here has been amazingly good, just as I'd hoped, and almost all vegetarian too. Especially now we're in the more Buddhist area in the mountains. A very multicultural place.

It has been incredibly hot, and we have been drinking enormous quantities of water and still are not peeing! Stopping at a roadside stall for an ice cold lemonade or mango juice and water has been a highlight in itself! The people are very hospitable. We have some very mountainous days ahead, but a relatively easy day tomorrow. Just a 9km ride up a hill tomorrow to visit the main man Lama (without luggage!) for the day, so will be a nice easy one. It's great to be where the air is cooler, and we can really feel the difference from the plains. We are now at around 1300 metres.

We plan to go on a 5 day trek after we've cycled about another 250km to Manali. Then we'll be seriously getting some altitude as we approach some major mountains.

Cheers,
Michael

woensdag 22 april 2009

Bake sale

Zondag 19 april was het zover: de tweede verjaardag van ons huwelijk én de bake sale van de Bishop Rockey Chapel. Sinds een aantal maanden wordt op de campus hard gewerkt aan de bouw van een nieuwe hoofdkerk voor het bisdom Raiwind (Kerk van Pakistan). Hoewel er nog niet genoeg geld beschikbaar is (totale kosten: ongeveer 20 miljoen Pakistaanse roepie, circa € 200.000), is alvast aan de bouw begonnen. Door alvast met de bouw te beginnen, hoopt het bisdom makkelijker geld binnen te halen van potentiële donoren. Mensen blijken toch gemakkelijker geld te geven, als een project al van de grond is. Het schijnt in Pakistan in ieder geval een redelijk normale praktijk te zijn om alvast aan een project te beginnen ook al is niet al het geld binnen. Toen wij in december een bezoek brachten aan het platteland, bezochten we ook een kerk in aanbouw. Bijna alles was klaar, behalve het dak. Tijdens het bezoek beloofde de bisschop de kosten voor het dak voor zijn rekening te nemen.

Het is de bedoeling dat de Bishop Rockey Chapel gebruik gaat maken van de nieuwe ‘Central Church’. Zodoende werd de chapel gevraagd op ook haar steentje bij te dragen. De bijdrage zou moeten bestaan uit de aanschaf en installatie van de elektrische bedrading. De totale kosten hiervan worden geschat op ongeveer 10 procent van de totale bouwkosten. Om dit bedrag binnen te halen werd besloten om een ‘bake sale’ te organiseren. Een bake sale zouden wij in Nederland een braderie noemen, oftewel brood en spelen.

Twee maanden lang werd er door de leden van de Bishop Rockey Chapel hard gewerkt om de bake sale tot een succes te maken. Zo moest iedere familie 100 loten aan de man proberen te brengen en zoveel mogelijk reclame maken voor de bake sale. Ook werd bijna iedereen ingeschakeld om tijdens de bake sale eten te koken en te verkopen, een spelletje te begeleiden, lootjes te verkopen of een ander stalletje te bemannen. Wij namen de taak op ons om Italiaans eten te verkopen en het spijkerbroekhangen aan de man te brengen. Daarnaast werd Tom gevraagd om een plattegrond van het terrein te maken, met daarop aangegeven waar welke stalletjes moesten komen. Als echte planoloog nam Tom die taak zeer serieus op zich. Een halve morgen is hij in de weer geweest om het terrein van St. Peter’s High School, waar de bake sale zou plaatsvinden, op te meten.

Op zondag werd er na de dienst van negen uur begonnen met de opbouw. Wij sloegen deze dienst over, omdat we laat naar bed waren gegaan. We hadden namelijk Michael, een Australische vriend waarmee Tom vier weken in India gaat fietsen, ‘s nachts van het vliegveld gehaald. Om half elf toog Tom met zijn plattegrond voor de bake sale richting St. Peter’s High School. De kerk was al uit en de leden waren druk bezig met tafels neerzetten. Helaas werden de tafels niet volgens Toms plan neergezet. Hij trommelde een paar man op om de tafels goed neer te zetten, maar terwijl hij de ene tafel goed had neergezet, was de vacante plaats weer ingevuld met een nieuwe tafel. Ondertussen kwamen mensen bij hem vragen waar zij moesten gaan zitten met hun eten. Eigenlijk was het geen vragen, maar meer mededelen. Hoe Tom ook zijn best deed om mensen te overtuigen dat ze volgens zijn plan moesten werken, niemand leek te luisteren. Na een kwartier keerde Tom dan ook gefrustreerd terug naar ons appartement. Daar luchtte hij bij Adine en Michael, die druk bezig waren met de pastasalade, zijn hart. Een kwartier later toog Tom weer naar de bake sale, maar toen zonder plattegrond.

De opkomst bij de bake sale beantwoordde helaas niet helemaal aan de verwachting. De organisatie had van te voren geschat dat er tussen de 300 tot 700 man op de bake sale af zouden komen. Uiteindelijk werden het er 250. Ondanks het tegenvallende aantal bezoekers liep ons stalletje op rolletjes. De lasagna was al binnen een uur uitverkocht. De pastasalade liep iets minder goed, maar er waren toch genoeg mensen die wel een bordje wilden uitproberen. Het spijkerbroekhangen was de grote hit. Pakistaanse jongeren zijn wel te porren voor een competitie. In het begin liep het nog niet zo hard, omdat de meeste mensen geen idee hadden wat de bedoeling van het spel was. Maar toen de bedoeling eenmaal was doorgedrongen, werd er bijna continu spijkerbroek gehangen. We hadden twee competities in gedachten: een vrouwen- en een mannencompetitie. Helaas waren er maar twee vrouwen die een poging waagden: Adine en Sharen. Uiteindelijk won Sharen, de 8-jarige dochter van een collega/vriendin van Adine, het spijkerbroekhangen bij de vrouwen met een tijd van 7 seconden. Bij de mannen was de competitie groter en fanatieker. De uiteindelijke winnaar was een jongen van rond de 12 jaar met een tijd van 2 minuten en 2 seconden. De mannencompetitie was zo fanatiek, dat er zelfs een poging werd ondernomen om Michael en Adine om te kopen. Nota bene door een aanstaand pastor, die van te voren nog had gezegd dat christenen die de bijbel niet kennen, geen goede christenen zijn. Hij bood 200 Pakistaanse roepies (2 euro), als ze 10 seconden bij zijn tijd zouden optellen… Het spijkerbroekhangen was zo’n succes, dat we allebei denken dat het spijkerbroekhangen als vast onderdeel op elke bake sale zal worden geïntroduceerd. Eerst in de diocese, later in Lahore en over tien jaar kun je in Pakistan geen bake sale bezoeken of je kunt spijkerbroekhangen.

Tijdens de bake sale werd ook nog even stilgestaan bij ons tweejarig huwelijk. Tegen het einde pakte Raju, een goede vriend, de microfoon en kondigde aan dat wij twee jaar waren getrouwd. Natuurlijk kwam iedereen ons feliciteren en moesten wij en public met elkaar dansen. Natuurlijk kregen we ook van diverse mensen cadeautjes. Niet veel later was de bake sale dan toch echt ten einde. De winnaars van de loterij werden bekend gemaakt. Helaas was slechts de helft van alle tickets verkocht. De grote winnaar was Raheel, ook een vriend van ons, die een mobiele telefoon won. En Yacoub, collega en chauffeur van Dar-ul-Mussarat, won de magnetron. Wij hadden hem de avond ervoor twee lootjes gegeven, als dank dat hij midden in de nacht Michael van het vliegveld wilde afhalen. Ook een mooie prijs voor hem dus!

Voor foto's van de bake sale klik hier.

maandag 6 april 2009

Tapijt zonder spijt

Onlangs hebben wij een tapijt gekocht. Een jaar naar Pakistan gaan zonder thuis te komen met een tapijt kan eigenlijk niet. Iran is algemeen bekend als het centrum van de tapijtindustrie, het Perzisch tapijt, maar omliggende landen als Pakistan, Turkije Afghanistan en India hebben ook een niet geringe tapijtindustrie. In veel gebieden in de Islamitische wereld is het nog steeds traditie dat aanstaande bruiden voor hun uitzet een tapijt knopen. De meeste tapijten worden nog steeds met de hand geknoopt. Het is een tijdrovend werk. Het knopen van een tapijt kost vaak enkele maanden tot zelfs een jaar, afhankelijk van de maat en het aantal knopen van het tapijt. Vanwege de vele arbeid die in een tapijt gaat zitten, worden de meeste tapijten in gebieden gemaakt waar de lonen laag liggen en waar buiten de landbouw weinig andere bronnen van inkomsten zijn. De meeste Pakistaanse tapijten komen dan ook uit het bergachtige grensgebied met Afghanistan. De prijs van het tapijt wordt voornamelijk bepaald aan de hand van de wol die wordt gebruikt en het aantal knopen. Hoe meer knopen per vierkante meter hoe duurder het tapijt. Een hoogwaardig tapijt heeft al snel 400.000 knopen per vierkante meter. In Kashmir worden ook tapijten geknoopt van zijde. Deze hebben soms meer dan 1 miljoen knopen per vierkante meter. In Nederland betaal je voor een zijden tapijt al snel 1.000 euro per vierkante meter! Dit lijkt misschien heel duur, maar een tapijt koop je voor het leven. Als je een tapijt goed onderhoudt, gaat hij al snel meer dan 50 jaar mee. In het Lahore Museum liggen tapijten tentoongesteld die al meer dan honderd jaar oud zijn en er nog steeds goed uitzien.

We hadden dus besloten om een tapijt te kopen, maar hoe koop je een tapijt in een land als Pakistan, zonder dat je als westerling teveel betaalt? Wij zijn ook maar een leek op tapijtgebied. We hebben immers nog nooit een tapijt gekocht. Het antwoord is: met gebruikmaking van ons Pakistaanse netwerk. In Pakistan komen veel deals tot stand via relaties in een netwerk. Jij kent mensen, die weer andere mensen kennen en die kennen ook weer andere mensen. Uiteindelijk kom je bij de juiste persoon uit. Omdat je via je netwerk de persoon kent, kun je er (redelijk) op vertrouwen dat die persoon je geen poot uitdraait. Het netwerk kan voor kleine en grote zaken worden ingezet. Wij trekken veel op met Raju en Alia. Alia is een collega van Adine en Raju is haar man. Raju runt een kiosk op het terrein van St. Peter’s High School, die op de campus is gevestigd. We staan er soms versteld van hoeveel mensen Raju wel niet kent. Voor bijna elk vraag kent hij wel een mannetje die je verder kan helpen. Zo ook met het kopen van een tapijt. Raju kende een tapijthandelaar, wiens kleinzoon op St. Peter’s High School zit.

Samen met Raju gingen we op bezoek bij het winkeltje van de tapijthandelaar. Het ene na het andere tapijt werd voor ons uitgerold. Er zaten mooie tapijten tussen, waaronder één met “the tree of life”. We waren erg onder de indruk en we fantaseerden er op los hoe de tapijten zouden staan bij onze meubels in Nederland. Toch hadden we ook onze twijfels. De patronen van de tapijten waren klassiek Perzisch. We wilden ook wat patronen uit andere gebieden zoals Baluchistan en Afghanistan zien. Eerst nam de tapijthandelaar ons mee naar de winkeltjes van zijn broers en neven (heel de familie zit in de tapijthandel), maar ook daar waren de meeste tapijten Perzisch van inslag. Bij één broer kregen we een interessante rondleiding. We zagen onder andere hoe tapijten worden gewassen, tapijten worden geschoren en de kleuren worden bijgewerkt. Ook werd ons het één en ander over knopen uitgelegd. Toen we nog steeds niet tevreden waren, nam de handelaar ons mee naar een huis waar tapijten uit het grensgebied met Afghanistan worden verhandeld. In het huis waren de tapijten opgestapeld tot bijna het plafond. Dit maakte het bekijken van de tapijten wel wat ingewikkeld. We bekeken de stapels van tapijten van top tot teen. Aan de hand van hun zijkant kozen we uit welk tapijt we wilden zien. Het tweede tapijt dat ons werd vertoond, beantwoordde meteen aan onze wensen.

Bij het vinden van ons droomtapijt begon ook het onderhandelen. Het onderhandelen kent zijn eigen regels, die op ons westerlingen soms een beetje vreemd overkomen. Zo schakelde Raju een kennis in, die een hotel runde tegenover de tapijthandel. Deze kennis moest aan tapijthandelaar twee (van hem wilden we een tapijt kopen) duidelijk maken, dat wij niet zomaar westerlingen waren, maar bij wijze van spreken familie van Raju en dus ook van hem. Het zou daarom vanzelfsprekend dat tapijthandelaar twee als goede buur een faire prijs voor zijn tapijt zou rekenen. Ook ging Raju zelf nog een keer langs bij tapijthandelaar twee om over de prijs te onderhandelen en het tapijt aan te betalen. Een week later kwamen we terug om het tapijt dan ook echt te kopen. Ondanks alle inspanningen van Raju, wilde tapijthandelaar twee niet dalen in de prijs. Volgens eigen zeggen had tapijthandelaar twee, omdat we kennissen waren van tapijthandelaar één, al de juiste prijs gevraagd. Of dat echt zo is blijft natuurlijk de vraag, maar uiteindelijk hebben we gewoon de gevraagde prijs betaald. Nu nog kijken hoe we het tapijt in Nederland krijgen en hoe het zal staan bij de meubels...

dinsdag 24 maart 2009

Werkbezoek

Afgelopen week hebben wij samen met Aiyza en Amber (de collega’s van DuM die Adine opleidt tot logopedist) een werkbezoek gebracht aan een school voor gehandicapte kinderen in Multan, 350 kilometer ten zuiden van Lahore. In totaal nam het bezoek drie dagen in beslag. Dinsdag rond een uur of elf vertrokken we met een VIP express bus. Deze bus zou onderweg één keer stoppen en zou er in totaal ongeveer 5 uur over doen. In tegenstelling tot de meeste bussen in Pakistan zaten we in deze bus niet als haringen in een ton, maar hadden we flinke beenruimte. De bus kan dan nog wel zo luxe zijn, hij moet nog steeds door hetzelfde chaotische verkeer. Dat merkten we na anderhalf uur rijden, toen de chauffeur plotseling moest uitwijken en niks anders kon doen dan met hoge snelheid door de berm te rijden. Adine kon een gil niet onderdrukken en allebei hadden we visioenen van een gekantelde bus. Gelukkig wist de chauffeur de bus weer veilig terug op de weg te krijgen. Nog geen kwartier later, onze hartslag was eindelijk weer normaal, zaten we alweer te trillen in onze stoelen. Precies onder ons hoorden we een grote knal: de achterband was aan gort gereden. Nadat de chauffeur de schade had opgenomen reden we langzaam door naar een tankstation waar de band werd verwisseld.

Op het busstation van Multan werden we opgehaald door Fraz, de directeur van Umeed Gah (plaats van hoop). In de rit van het busstation naar Umeed Gah werd duidelijk dat Multan toch een ander soort stad is dan Lahore. Ondanks zijn meer 3,5 miljoen inwoners (bron: Lonely Planet), deed de stad bijna dorps aan. Zo zagen we in Multan geen brede boulevards met gescheiden rijbanen, geen hoogbouw, geen parken, geen werkende verkeerslichten, weinig auto’s maar juist weer veel ezels-, ossen- en paardenkarren en fietsers. De chauffeur van de school deed goed zijn best om ons veilig doch snel (soms iets te snel naar onze zin) door het chaotische verkeer te loodsen. De staat van de meeste wegen hielp daarbij niet mee. Rond zes uur bereikten we Umeed Gah. De school ligt midden in een typisch Pakistaanse volkswijk. De wijk is planmatig opgezet, waarbij de projectontwikkelaars, om zoveel mogelijk geld te kunnen verdienen, de wegen net breed genoeg hebben gemaakt zodat twee auto’s elkaar met moeite kunnen passeren. Daarnaast ontbreekt in de wijk enig gemeenschappelijk groen of andere openbare ruimten. In Umeed Gah betrokken wij een schoollokaal die omgebouwd was als tijdelijk slaapplaats. Amber en Aiyza sliepen in het naastgelegen schoollokaal.

Woensdag en donderdag liepen we mee op Umeed Gah. In die twee dagen hebben we een aardige idee gekregen van de school. Umeed Gah heeft een goede indruk op ons achtergelaten. Zo worden ouders uitgebreid betrokken bij het onderwijs. Elke ouder komt één keer in de maand langs om de hele dag mee te lopen. Ook komen docenten twee keer per jaar bij de ouders op bezoek, om te kijken hoe er thuis met het kind wordt omgegaan door de verschillende familieleden, hoe het kind zich thuis gedraagt (in vergelijking met school) en of en hoe de oefeningen gedaan worden die moeders op school hebben geleerd van de fysiotherapeut en logopedist. De transfer naar het dagelijks leven is hierdoor meer gewaarborgd. Voor ouders is het belangrijk om in te zien dat hun kind zich beter ontwikkelt als zij thuis ook het kind ondersteunen (voor Jonne: jouw onderzoek!). Echt leuk om te zien hoe de moeders meedraaien op school. De school heeft 30 leerlingen. Er wordt samen thee gedronken en geluncht. Elke dag wordt er een half uur buiten gespeeld. Er is een zandbak voor het stimuleren van de sensomotoriek en er zijn vier fysiotherapeuten die naast de leerlingen ook andere kinderen van buitenaf behandelen.

De logopedist geeft individuele therapie op het gebied van articulatie, taalbegrip en taalproductie. Ze gebruikt verschillende materialen voor therapie. Ook worden de kinderen in Umeed Gah gestimuleerd in het meer gebruiken van taal en het maken van gebaren in de klas. Op Umeed Gah wordt ook veel individuele aandacht aan de kinderen gegeven. Er is een persoonlijk plan opgesteld voor elk kind en in de klas doen kinderen verschillende activiteiten los van elkaar.

Het is goed geweest om een andere school te hebben gezien naast Dar-ul-Mussarat, om de dingen te kunnen vergelijken. Wat gaat er goed, wat kan er verbeterd worden?
Daarnaast was een paar dagen er tussenuit ook goed. Verandering van spijs doet eten! En gelukkig verliep de terugreis zonder problemen.

vrijdag 13 maart 2009

tripje naar Oman

Waarschijnlijk had je het al gelezen op onze vorige posting: ik (Tom) ben de afgelopen tien dagen op vakantie geweest in Oman. Ik zou in die tien dagen het land per fiets gaan verkennen. De weken voor vertrek was ik redelijk gespannen, want ik zou helemaal alleen gaan (wat ik nog nooit had gedaan) en ik had ook geen fietsconditie, omdat ik in Lahore niet echt kan trainen. Daarnaast had ik een vrij ambitieus programma in elkaar gedraaid, met op de derde fietsdag een klim naar een top van bijna 3.000 meter hoog.

Op maandagmorgen 2 maart vertrok ik tegen elf uur met Air Blue, een Pakistaanse prijsvechter, naar Muscat, de hoofdstad van Oman. Raju had mij een aantal uren ervoor met zijn Suzuki Fx (model Alto) uit 1986 op het vliegveld afgeleverd. Zoals verwacht leverde het inchecken van mijn fiets nog wat problemen op, maar toen ik het personeel er van had overtuigd dat de fiets echt wel mee kon, was er geen probleem en kreeg ik zelfs een ruime zitplaats bij de nooduitgang. Bij aankomst op het vliegveld van Muscat heb ik meteen mijn fiets in elkaar gezet en ben ik via de zesbaanssnelweg richting een grote rotonde gefietst, waar de bus naar Ibri zou vertrekken. Ik had geluk, want ik hoefde slechts een half uur te wachten (de bus naar Ibri gaat twee keer per dag). Ondertussen had ik uitgevonden dat ik helemaal niet naar die rotonde had hoeven fietsen, omdat de bus ook op het vliegveld stopt. De buschauffeur deed niet moeilijk over mijn fiets, die onderin de bus kon. Rond zeven uur 's avonds kwam ik aan in Ibri, waar ik een guesthouse betrok tegenover de bushalte.

De twee daar opvolgende dagen ben ik van Ibri naar Bahla gefietst. Halverwege heb ik ergens wild gekampeerd. De route die ik had uitgekozen voerde over rustige wegen door het binnenland van Oman, langs een aantal prehistorische monumenten met een Unesco-status. Het zijn de zogenaamde bijenkorftombes. Deze tombes van een paar meter hoog in de vorm van een bijenkorf zijn gebouwd op de kam van heuvels rond de dorpjes Bat en Al Ayn. De tombes zijn grafmonumenten voor ongeveer 200 mensen. Van sommige tombes is nog slechts een hoopje stenen over en andere zijn nog in zeer goede staat. Helaas ontbrak een bezoekerscentrum en waren de meeste tombes alleen van afstand te aanschouwen. De stad Bahla is ook bekend om een Unesco-monument in de vorm van een gigantisch fort. Helaas is dit fort voor bezoekers gesloten, sinds er twintig jaar geleden begonnen is aan de restauratie. In Bahla nam ik het enige hotel in de stad in de vorm van een (kitscherig) traditioneel dorp. Helaas hoorde er ook een traditionele irritante mug bij, die me tot diep in de nacht terroriseerde.

De derde dag was de grote dag naar de top van Jebel Shams, één van de hoogste bergen van Oman. De top is meer dan 3.000 meter hoog, maar het was onbekend of ik ook helemaal naar de top zou moeten fietsen. Ik wist in ieder geval, dat er boven op de berg een hotel zou zijn. Dat was ook het enige hotel in de buurt, dus ik zou niet halverwege de klim kunnen afhaken. De aanloop van de klim ging goed. Ik volgde het dal van een droge rivier (wadi). Na een vijftiental kilometers maakte het dal een bocht en begon de echte klim. De eerste klimmetjes gingen nog wel, maar de daaropvolgende klimmen werden alleen maar steiler. De moed zakte me helemaal in de schoenen toen ik voor me een enorme bergwand ontwaarde met daarop een weg geplakt. Ik zag de auto's omhoog kruipen. Ondertussen werd ik een flauwe doch stekende pijn in mijn rechterknie gewaar. Toevallig was ik net bij een dorpje. Ik besloot langs de weg te wachten en een auto aan te houden, die me naar boven zou kunnen brengen. Daarop hoefde ik niet lang te wachten. Eerst boden twee inwoners uit het dorpje me een lift aan, maar die vroegen te veel. Vijf minuten later stopte er een pick-up, die me wel voor een redelijk bedrag omhoog wilde brengen. Op Jebel Shams betrok ik een Arabische tent en ondernam wat wandelingen in de omgeving naar een enorme canyon van meer dan duizend meter diep.

De volgende dag bergaf van Jebel Shams naar Nizwa gefietst. Een tocht van 90 kilometer, waarvan 40 kilometer bergaf. De stekende pijn in mijn rechterknie die ik de dag ervoor al had gevoeld zette echter door. Regelmatig moest ik pauze houden om mijn knie rust te gunnen. Zelfs als ik fietste zonder er kracht op te zetten, bijvoorbeeld in een afdaling, deed mijn knie pijn. Met lopen of in rust, voelde ik mijn knie niet. Het was me in ieder geval duidelijk dat ik mijn knie in de steile klimmen had overbelast. Ik zou mijn route dus moeten aanpassen. Ik besloot in Nizwa een rustdag te nemen en aan het eind ervan te besluiten wat te doen. Ik had twee opties: terug naar Ibri en vandaar naar Nakhl fietsen of naar Muscat en mezelf daar vier dagen vermaken. Uiteindelijk koos ik voor het laatste, omdat ik niet ergens halverwege in de woestijn met een onwillige knie wilde komen te zitten.

Vier dagen lang heb ik me vermaakt in Muscat. Wat soms af en toe moeilijk was, omdat er niet zoveel te zien is in Muscat. Elke dag heb ik tussen de 30 en 50 kilometer gefietst. Muscat zelf is heel klein: niet meer dan het paleis van de sultan, wat ministeries en wat oude Portugese forten. De agglomeratie Muscat is echter een stuk groter en strekt zich meer dan 40 kilometer langs de kust uit tot aan Seeb. De verschillende plaatsen van Groot-Muscat zijn van elkaar gescheiden door bergen. Vaak was de snelweg de enige mogelijkheid om van de ene plaats naar de andere te fietsen. Gelukkig heeft de snelweg een vluchtstrook en rijden Omani niet als gekken in hun PC Hooft Tractor(nog nooit zoveel Hummers en Armada's gezien).

Ondanks mijn opspelende knie heb ik me toch goed kunnen vermaken in Oman. Ik zou nog veel meer kunnen schrijven, want ik heb genoeg indrukken opgedaan. Onder andere dat ik in Bahla een hele stoet Rolls Royces van vooroorlogs tot net nieuw model voorbij heb zien komen, ik mijn bidon was kwijtgeraakt, maar dat ik die toch weer op een bewonderenswaardige wijze heb teruggekregen, dat alle winkels een tweetalig uithangbord hebben, dat ik flink wat souvenirs heb gekocht waaronder een poef van tapijt, dat ik in mijn onderbroek in zee heb gezwommen, enzovoorts.

Geinteresseerd in foto's? Klik dan hier.

donderdag 26 februari 2009

Wisten jullie dat...

• de ouders van Adine helaas weer naar Nederland zijn vertrokken
• we het idee hebben gekregen, dat ze het erg naar hun zin hebben gehad (zie vorige posting)
• ze met koffers vol cadeaus kwamen, maar ook weer met volle koffers vertrokken
• we ze nu al weer missen (net als alle andere mensen in Nederland natuurlijk)

• we vorige week onverwachts 2 pakketten uit Nederland hebben ontvangen
• dat ze afkomstig bleken te zijn van Dichterbij (werk Adine)
• ze vol zaten met spel- en behandelmateriaal
• er ook een persoonlijke dvd bij zat
• daaruit bleek dat Adine’s collega’s met de kerstlunch geld hiervoor hadden ingezameld
• we hier heel blij mee zijn (en Dar-ul-Mussarat natuurlijk ook)

• Tom voor Sharens achtste verjaardag oliebollen, appel-, banaan- en ananasbeignets heeft gebakken
• die erg in de smaak vielen
• ze wel passen in het Pakistaanse dieet van (veel) vet en (veel) suiker!
• we (gelukkig) nog niet gevraagd zijn om groene peperbeignets te maken
• we Sharen een pop en een boekje van Miffi (Nijntje) cadeau hebben gedaan

• de winter nu toch wel echt voorbij is
• het overdag al warmer wordt dan 25 graden
• dit nog koel is
• in mei en juni de temperatuur (naar horen zeggen) kan oplopen tot boven de 45 graden!
• wij dan levend worden gekookt
• we gelukkig airco hebben (als er stroom is)

• we al drie dagen geen elektriciteit hebben in onze slaapkamers en badkamer
• het internet er thuis al bijna een week uit ligt
• we dus ook niet kunnen skypen
• we van ontwenning last hebben van trillende handen en stembanden
• we sinds gisterenmiddag ook al geen water hebben
• de waterpomp kapot schijnt te zijn
• ze heel hard aan het werk zijn om alle ongemakken op te lossen (hopen we)

• Tom aanstaande maandag 10 dagen op vakantie gaat naar Oman
• hij daar wil gaan fietsen
• hij dat best spannend vindt, omdat hij nog nooit zo lang alleen heeft gefietst
• hij ook weinig conditie en spiermassa heeft
• je in Lahore niet echt kan trainen (tenzij je levensmoe bent)
• hij dus waarschijnlijk met spierpijn thuis zal komen
• Adine de tijgerbalsem voor dit geval koud heeft gezet

• je in Pakistan cadeaupapier kan kopen met een print van volle bierglazen
• nieuwsbrief 7 binnenkort verschijnt

zaterdag 14 februari 2009

Verwanten dichterbij

Ja, hoor, wij zijn in Lahore (spreek uit Lahoor) en we kwamen onmiddellijk in een soort shock terecht. Na een zeer voorspoedige reis met prima vliegtuigen van Emirates werden we opgewacht door Adine en Tom en hun driver Youcoub; tranen van blijdschap en onpakistaanse omhelzingen! Zelf autorijden is echt niet aan de orde, hectiek en chaotisch verkeer alom, nauwelijks richtingborden en geen straatnaambordjes, dus gelukkig maar, dat er drivers beschikbaar zijn, die ons kunnen halen en brengen. Het straatbeeld is als in een donkere, krioelende, lawaaiige, stoffige, stinkende film, met als contrast hier en daar verse groenten, sinaasappels, aardbeien, kleurige vrouwenkleding en plotseling een moderne winkelpui. Wat je op straat bijna niet ziet is: baby’s, kinderwagens, gehandicapten of bejaarden. Blijkbaar blijven die binnen of achter de muren?

We zijn blij, dat we hier zijn en genieten van alles wat we meemaken: kleding, vriendschappen, gastvrijheid, voedsel (rather spicy), cultuur, kerkgang, Dar ul Mussarat en zelfs een toeristische trip naar het Fort uit 1566, de Badshahi moskee (1674) en het Lahore museum (1894). Op veel plekken zijn de invloeden van de Engelsen nog te zien. Hoogtepunten zijn de Shish Mahal (Palace of Mirrors), de “miniature paintings” en de Kalash- en Hunza-cultuur.

Dinsdag 10 februari zijn we om 8 uur aanwezig op Dar ul Mussarat bij de Devotion (ochtendwijding) en kennismaking met het team, geleid door Mrs. Resha (Principal of Dar ul Mussarat). Nadat we tijdens de dagopening met de kinderen onze tas met speel-leer-materiaal hebben overhandigd, gaan we de hele school door, we belanden tenslotte in de speechroom, waar Adine werkt en zien we hoe Amber en Aiyza worden voorbereid en ingewerkt door Adine. Heel indrukwekkend allemaal, zeker als je ziet, met welke middelen er gewerkt wordt. Ook autistische kinderen krijgen begeleiding/training. De problemen en vorderingen worden geobserveerd en geïnterpreteerd.

De Pakistaanse cultuur is zo anders dan de onze, dus is het heel moeilijk om de Westerse kennis over te brengen. Adine spant zich in om begrip te kweken voor wat de juiste manier van werken is met het beste resultaat voor de leerkracht en de kinderen. Wat in hun cultuur onbekend is, is b.v. zelfreflectie of in de toekomst denken, plannen. Zouden ze dat kunnen of willen leren en gebruiken? De stijl van leidinggeven is hier nog vooral orders geven en te weinig gericht op stimuleren en het ontwikkelen van nieuwe methoden. Het speel-leer-materiaal, zien we, komt al direct van pas. Na de lunch met de kinderen is om 14.00 uur de school leeg en stil.

We maken kennis met vele vrienden en ook met de Pakistaanse gastvrijheid: in één woord geweldig. We ontmoeten o.a. Bishop Samuel, Resha, Javed, Raheel, Reverend Jane, Alia, Raju, Didi, Sherry, Opa Daniel, Mehwish, Dr. Edgar, Erum, Corien, Kamar, Summer, Youcoub, vele collega’s van Adine en hebben onvergetelijke gesprekken. Adine en Tom doen geweldige ervaringen op en worden in het werk en in de contacten zeer gewaardeerd, dat zie je en dat zeggen velen ook tegen ons. We zijn blij, dat we deze reis ondernomen hebben en mogen nu ook delen in hun rijke ervaringen.

Het is deze week bijna Hollands voorjaarsweer, overwegend zonnig, zo’n 20 graden en twee dagen regen, waardoor de atmosfeer lekker opfrist. Nadat Adine terug is van school zitten we ’s middag heerlijk in de zon, lezen en bijpraten. Net als Adine en Tom, mag Inge prachtige kleding dragen, die op maat is gemaakt: een Shalwar kameez met dupatta, lila met zilver, precies wat bij haar past. Nanne beperkt zich tot een traditioneel hoofddeksel, de Kalashi-muts.

Nanne Groot en Inge Mol

zaterdag 7 februari 2009

Oudermiddag

Vorige week zaterdag was er een “parents meeting”, wat je kunt vergelijken met een Nederlandse ouderavond, maar dan op zaterdag en zonder tijdschema. Dan merk je hoe gestructureerd we in Nederland zijn (misschien wel iets te gestructureerd). In Nederland wordt er gewerkt met een duidelijk tijdschema: die tijd bij docent X, dan pauze van 5 minuten en daarna bij docent Y. Hier gaat het door elkaar en moeten ouders op hun beurt wachten. En het zou Pakistan niet zijn als er geen ouders zijn die willen voordringen! Om te illustreren wat we in de logopedieruimte doen, had ik samen met Tom een video-opname gemaakt die ik heb laten zien in het algemene inleidende gedeelte. De video bestond uit drie delen. Eén deel waarbij Aiyza een kind behandelt met articulatieproblemen, één deel waarbij Amber met een kind werkt met het plaatjessysteem (met mij als schaduwtrainer) en één deel waarin ikzelf een kind onderzoek met betrekking tot eet- en drinkproblemen. Aiyza en Amber vertelden in het Urdu erbij wat er gebeurde, waardoor ik ook kon horen, voor zover mijn Urdu toereikend is, of zij het zelf goed begrepen hebben.

In onze logopedieruimte was het erg druk met ouders. De ouders vonden het erg interessant en kwamen na het algemene gedeelte bijna allemaal langs in ons lokaal. Zelfs ouders van kinderen voor wie logopedie niet nodig of haalbaar is, kwamen om hulp vragen. Dat is natuurlijk niet zo gek. Ik zou mijn kind ook graag alle mogelijkheden willen bieden, helemaal als er iemand met nieuwe kennis vanuit een ander land op bezoek komt. Je wil toch alle kansen aangrijpen. Veel mensen denken hier dat ik een dokter ben en dat ik de kinderen ook echt kan genezen. Ouders hebben eens gevraagd of ik geen therapie wist zodat hun zoon normaal wordt. Ze dachten dat er in Duitsland een dergelijke therapie van een halfjaar was ontwikkeld. Toen heb ik heel subtiel geprobeerd duidelijk te maken dat dit niet mogelijk is. Het lastige is dat alles in perspectief moet worden gezien. Een kind met een ontwikkelingsleeftijd van nog geen jaar, kun je niet leren spreken. Dat kan een “normaal” kind van die leeftijd ook niet. En de articulatie van een kind van drie is nog verre van perfect, dus kun je dat ook niet verwachten van iemand met een ontwikkelingsleeftijd van drie jaar. Maar het is hard om dat te zeggen tegen ouders. Dat doe ik dus ook niet met mijn Nederlandse directheid. Zeker niet in Pakistan waar nee zeggen veel lastiger is dan bij ons in Nederland. Wat je wel kunt zeggen is “dat het heel moeilijk is”. Subtiliteit met vlijt!

Het gaat me steeds beter af om alles in perspectief te zien. In het begin had ik nog wel eens moeite met het niveau van mijn collega's van Dar-ul-Mussarat. Het hele doen en laten kwam me soms erg amateuristisch over. Het leek alsof over weinig zaken was nagedacht en dat leerkrachten maar wat deden. Wat voor mij logisch leek, bleek voor leerkrachten niet zo te zijn. Ik had de drang om elke "misstand" op te pakken, ook al had het niet zo veel met logopedie te maken. Als we er over nadenken is het eigenlijk ook logisch dat er in Pakistan een achterstand is op het gebied van gehandicaptenzorg. Zo is er de laatste vijftig jaar in Nederland een enorme expertise opgebouwd. Instellingen en scholen worden betaald door de overheid en er worden op diverse niveaus opleidingen aangeboden, zoals SPW, Activiteitenbegeleiding, SPH en paramedische opleidingen als Logopedie en Fysiotherapie. In Nederland zijn er heel weinig mensen in de gehandicaptenzorg werkzaam die niet geschoold zijn. Daarnaast wordt medewerkers ook regelmatig bijscholing aangeboden. Toch heeft deze kennis in Nederland ook zijn keerzijde. Om de zoveel tijd worden er weer nieuwe concepten voor de gehandicaptenzorg bedacht, waar massaal op moet worden overgeschakeld. Zo is het laatste decennium de bedoeling dat gehandicapten meer geïntegreerd dienen te worden in de maatschappij. Grote terreinen zoals in Ottersum zijn taboe en de mensen moeten weer in de wijk gaan wonen.

Dar-ul-Mussarat heeft al die Nederlandse mogelijkheden niet. Alle scholen voor gehandicapten zijn gesticht vanuit een particulier initiatief. De overheid draagt niks bij aan de school. DuM moet het dus hebben van schoolgeld dat door de ouders wordt betaald en andere financieringsbronnen. Zo gaat een gedeelte van het geld dat wordt opgehaald via St. Peter's High School naar Dar-ul-Mussarat. Door het constante gebrek aan geld, is het voor Dar-ul-Mussarat ook niet mogelijk om goed geschoolde leerkrachten te werven. Deze zijn eenvoudigweg te duur. Ik ben ook gaan beseffen, dat ik niet in een jaar tijd Dar-ul-Mussarat op het niveau van Nederland kan krijgen. Ik kan echter wel mijn steentje bijdragen door Aiyza en Amber tot junior-logopedist op te leiden.

zaterdag 24 januari 2009

De Pakistaanse bruid

We hadden er veel over gehoord en vorige week was het eindelijk zo ver: onze eerste Pakistaanse bruiloft. Wahid, een collega van Adine, zou in het huwelijk treden met een zus van Khurum, een andere collega van Adine. Hoezo kleine wereld? Een Pakistaanse bruiloft is net iets anders dan de doorsnee Nederlandse bruiloft. De Pakistaanse bruiloft beslaat in totaal vier dagen en zit boordevol met tradities. Te veel om allemaal op te noemen. Zo schrijven de tradities onder andere voor wat voor kleur jurk de bruid bij een bepaalde ceremonie aan dient te trekken.

Rond kerstmis zijn we op bezoek geweest bij verschillende families om gezellig met hun te dineren en christmas carols te zingen. Meestal kwam dan ook na een tijdje het trouwalbum op tafel. Op al die foto’s die we bekeken viel ons op dat de bruid er meestal niet echt vrolijk op stond. Volgens Jane, onze buurvrouw die al wat jaren in Pakistan woont, is dat ook niet zo verwonderlijk. De meeste huwelijken in Pakistan zijn gearrangeerd. Dat betekent dat de families van de bruid en bruidegom met elkaar het huwelijk overeenkomen. Het komt regelmatig voor dat de bruid en bruidegom elkaar alleen maar kennen van een foto. Daarnaast betekent een huwelijk voor de bruid dat ze haar huis en familie zal gaan verlaten. Ze zal als het ware een nieuw leven beginnen, waarbij ze nog niet weet wat dit nieuwe leven in petto heeft. In Pakistan is het normaal om met de hele familie in één huis te wonen. Daarbij is het de gewoonte dat de zonen na hun huwelijk thuis blijven wonen. In dit huis krijgen de bruid en bruidegom wel een eigen kamer. Is het huis te klein geworden, dan wordt er gewoon een verdieping opgebouwd. De bruid komt dus te wonen in een omgeving waar haar schoonmoeder de dienst uitmaakt. Zij heeft maar te gehoorzamen aan de nukken van de schoonmoeder (net zoals de schoonmoeder toen zij jong was haar schoonmoeder moest gehoorzamen). Totdat de bruid haar eerste zoon heeft gebaard, zal ze binnen het huishouden weinig in te brengen hebben.

Op zaterdag gingen we met een groepje collega’s van Adine naar Wahids bruiloft. Deze dag stond in het teken van de mehndi. Dit ritueel vindt over het algemeen op de tweede dag van een huwelijk plaats. Tijdens de mehndi wordt henna aangebracht op de handen van de bruid en de bruidegom. We vonden het best spannend, want we wisten niet zo goed wat we moesten verwachten. We hadden niet overal positieve verhalen gehoord over Pakistaanse bruiloften. Van diverse kanten hadden we gehoord, dat de bruiloften vooral saai zijn en dat het grootste gedeelte bestaat uit wachten. Zo waren Raju en Ijaz een keer naar een bruiloft gegaan, waarbij de bruidegom niet om vier uur arriveerde, zoals op de uitnodiging stond, maar pas om tien uur! Jane had ons zelfs een keer aangeraden om een boek mee te nemen. Toen we dat laatste tegen onze vrienden zeiden, moesten ze wel lachen. Ze verzekerden ons dat dit niet nodig zou zijn.

Om tien uur kwamen we aan bij de straat waar Wahid woont. De straat, ongeveer 5 meter breed, was met zeildoek overspannen en zo veranderd in een lange partytent. De ene helft bestond uit een podium met daarvoor stoelen en de andere helft stond vol met huwelijkscadeaus. Zo stond er een complete uitzet met bed en kasten, die qua vormgeving, materiaalgebruik en kleurcombinatie niet helemaal onze smaak waren. We hopen dat de bruid en bruidegom er wel een stem in hebben gehad, want daar zitten ze de komende vijfentwintig jaar (of langer) wel aan vast. Eerst werden we uitgenodigd bij de familie van Wahid. Het viel ons op dat er al diverse huwelijksfoto’s aan de muur hingen. Via via kregen we te horen dat het eerste deel van de bruiloft vorig jaar al had plaatsgevonden. Uit geldgebrek werd nu pas de rest van de bruiloft gehouden. Na een drankje en het uitwisselen van beleefdheden was het de beurt om op bezoek te gaan bij de familie van de bruid. Dat waren “toevallig” de buren van Wahid, wat op zich wel handig was. Ook nemen we aan dat de bruid en bruidegom elkaar dus ook beter kennen, dan bij een standaard gearrangeerd huwelijk. In het huis van de bruid werden we door Khurum, collega van Adine, en zijn familie ontvangen. De bruid was nog niet aanwezig, maar een half uur later kwam ze ons in haar gele jurk, zoals de traditie voorschrijft, gezelschap houden. Gezelschap is een groot woord, want ze zat het grootste gedeelte van de tijd met haar hoofd naar beneden alsof ze zat te wachten om veroordeeld te worden (of hoort dat ook?). Ondertussen hadden we van de gastheer wat te eten, kip met rijst en naan, en drinken gekregen. Toen het eten was genuttigd, was het tijd om weer naar de buren te gaan. Ook daar kregen we wat te eten, kip met rijst en naan (hoe origineel), en te drinken. Dit alles nam ruim twee uur in beslag en om kwart over twaalf was er in feite nog niks gebeurd. Adine polste voorzichtig wanneer de ceremonie nu eigenlijk zou beginnen. Ons werd verteld dat pas om twee uur ’s nachts zou beginnen en dat het geheel om vijf uur zou zijn afgelopen. Adine’s collega’s en wij hadden geen energie meer om daar op te wachten en zijn vervolgens maar weer naar huis gegaan. Ondanks dat we weinig van de mehndi hebben meegemaakt, was het voor ons een hele ervaring, die we niet hadden willen missen. Toch hopen we dat we nog een keer de kans krijgen om wat meer van de Pakistaanse huwelijkstradities mee te krijgen.

Voor meer info over een traditionele Pakistaanse bruiloft klik hier

dinsdag 13 januari 2009

Vakantie

Na alle hectiek van de afgelopen maanden, waarbij de week voor kerst het toppunt was, waren we er wel aan toe: vakantie. We hadden het ticket naar Bangkok bijna drie maanden geleden geboekt, maar vanwege alle visumperikelen (zie vorige posting) wisten we pas een aantal dagen van te voren dat we ook daadwerkelijk op vakantie zouden gaan. Ondanks dat we ons in Lahore steeds beter ingeburgerd voelen, hadden we ook even behoefte om in een andere en rustige omgeving alle indrukken van de laatste maanden te verwerken en ons zodoende op te laden voor de tweede helft van onze uitzending. De twee weken vakantie in Thailand en Cambodja heeft aan de bovenstaande verwachtingen ruimschoots voldaan.


De eerste twee nachten verbleven we in Bangkok in een drie sterren hotel. We hadden een gewone kamer geboekt, maar we werden geüpgrade naar een hotelkamer met het formaat van een flink appartement. Tom, die altijd wel iets te zeuren wil hebben, vond alleen de kussens iets aan de te forse kant. Het hotel bleek gelegen in een wijk met een hoop andere hotels voor westerlingen, zoals het Marriott. De keerzijde van de aanwezigheid van deze hotels was te zien in het straatbeeld. Regelmatig liepen er oude westerse mannen met aan hun zijde een jonge Thaise deerne voorbij. Ook waren er verschillende bars in de buurt, waar de om een praatje verlegen westerling een luisterend oor van een Thaise vrouw kon vinden. Na een goede nacht hebben we in één dag Bangkok verkend. Eerst per skytrain, een metro maar dan vijftien meter boven de grond, en daarna per boot. Niet ver van de plek waar we uit de boot zijn gestapt, bezochten we de beroemde tempel Wat Pho met een liggende Boeddha van ruim vijftig meter lang. Alvorens de taxi ons weer terugbracht naar ons hotel, hebben we nog een bezoek gebracht aan Khao San Road. Dit was eens het centrum voor backpackers in Bangkok, maar is de laatste jaren veranderd in een dertien in een dozijn toeristenstraat die je in veel badplaatsen over de gehele wereld aantreft. Het enige verschil is, dat Bangkok geen badplaats is. Vanzelfsprekend wordt op Khao San Road ook veel toeristenmeuk verkocht. We hielden onze aankopen bescheiden en kochten alleen een ketting voor Adine. ’s Avonds hebben we ons in het hotel vermaakt met het kijken van een aflevering van Midsomer Murders op Hallmark channel.

’s Maandags zijn we afgereisd naar Siem Reap in Cambodja. Rond Siem Reap zijn de beroemde tempels van Angkor te vinden. Vanaf Bangkok is dat een afstand van nog geen 500 kilometer, maar omdat we een grens moesten oversteken en de wegen in Cambodja van mindere kwaliteit zijn, besloten we om deze reis in tweeën te knippen. Dat gaf ons de ruimte om op maandag nog lekker uit te slapen en tegen de middag af te reizen naar Aranya Prathet aan de Cambodjaanse grens. Daar hebben we overnacht in een guesthouse, waar Tom vijf jaar geleden ook had overnacht. Het geheel deed wel een stuk armoediger aan dan Tom zich kon herinneren. Dat kan twee dingen betekenen: de afgelopen vijf jaar is er geen onderhoud gepleegd aan het guesthouse of Tom wordt ook ouder en is gewend geraakt aan meer comfort. Waarschijnlijk zijn allebei de stellingen waar. De dag daarna zijn we vroeg opgestaan en nog voor negenen de grens overgestoken. Dat had als voordeel dat we de toeristenhorden, die over het algemeen uit Bangkok komen, voor waren, maar had als nadeel dat er niemand was die met ons een taxi naar Siem Reap kon delen. De bus was geen optie, want die zou pas om half twee vertrekken. Die wacht namelijk wel op de toeristenhorden. Er zat voor ons niks anders op dan voor 50 dollar een taxi te nemen. De weg naar Siem Reap was inderdaad slecht en was één grote bouwput. Desondanks wisten we de 150 kilometer in minder dan drie uur af te leggen.

Eenmaal in Siem Reap werden we per tuktuk, in Cambodja een brommer met aanhanger, van het ene hotel naar het andere gesleurd. Vanwege hoogseizoen zaten veel hotels vol of hadden nog slechts nog één slechte kamer over. Uiteindelijk vonden we een hotel niet ver van het kleine doch gezellige centrum van Siem Reap. De kosten lagen wel wat hoger, dan wat Tom vijf jaar geleden had betaald, maar we hadden dan wel goede bedden, airconditioner én een televisie met bvn (beste van Vlaanderen en Nederland)! Vier en een halve dag hebben we ons in Siem Reap vermaakt met het bezichtigen van de tempels van Angkor per fiets (á 1 dollar per dag), uit eten en het kijken van bvn. We hebben met een vleugje nostalgie gekeken naar programma’s als Memories, Youps oudejaars conference, Andere tijden met 100 jaar Elfstedentocht, Journaal jaaroverzicht, Vijf jaar later met onze vriend Mart Smeets, Samson en Gert, het Olympisch overzicht en natuurlijk het Journaal. Helaas hebben we de aflevering van het Journaal met daarin zwager Marthijn als spreekbuis van de KNSB gemist. Nieuwjaar hebben we sobertjes onder het genot van een glaasje wijn in het hotel gevierd. Een paar honderd meter verderop werd in pubstreet (een straat met een hoop cafés en restaurants) een groot openlucht nieuwjaarsfeest gehouden, maar we hadden allebei niet echt behoefte aan een mensenmassa.

De tempels waren indrukwekkend, maar na drie dagen waren we wel een beetje tempelmoe geworden. De laatste dag zijn we daarom de andere kant, richting het drijvende dorp bij het Tonlé Sap meer, opgefietst. Eenmaal bij het drijvende dorp aangekomen brak Toms ketting, die voor 1 dollar door een paar omstanders weer provisorisch in elkaar werd gezet. Goed genoeg om zonder brokken Siem Reap weer te bereiken. We hebben erg genoten van Cambodja, maar we voelden ons soms wel als een natte dweil die tot op de laatste dollar (in Siem Reap moet alles betaald worden met dollars) uitgewrongen diende te worden. Zo konden we nauwelijks over straat lopen, zonder dat ons om de paar meter “gevraagd” werd of we een tuktuk wilden. Een t-shirt met daarop de tekst No, I don’t need a tuktuk/taxi/riksha! waarbij de tekst veranderd kan worden in Yes, I do need a tuktuk/taxi/riksha! via een ingenieus systeem met een drukknop of rits, lijkt ons een gat in de markt.

Na vijf dagen Cambodja verplaatsten we ons naar het eiland Ko Chang in Thailand. Om tijdens deze reis wederom de toeristenhorden te ontlopen, besloten we de reis te verdelen over twee dagen. Het voordeel hiervan was dat we nog voor de middag op Ko Chang aankwamen. Lukraak kozen we een plaats om vier dagen op en bij het strand te relaxen. Een tot minibus omgebouwde pick-up bracht ons naar het pittoreske Kai Bae Beach. Het eerste resort zat vol, dat krijg je er van als je in het hoogseizoen reist, maar het naastgelegen resort had nog wel een bungalowtje vrij. De bungalow zelf stelde niet zo veel voor en had een naar onze smaak iets te hard matras. De ligging op twintig meter van een rustig strand maakte echter veel goed. Hier geen bvn op de televisie, maar dit compenseerden we door elke avond te relaxen op het strand met een flinke fles bier voor Tom en een watertje voor Adine. Daarbij werden we gezelschap gehouden door de honden van het hotel. Opvallend in Cambodja en Thailand waren de overal aanwezige honden. In Pakistan zie je niet zo veel honden, omdat moslims ze onrein vinden. In Cambodja en Thailand worden honden gehouden zoals wij in Nederland katten houden: van de baasjes mogen ze overal vrij rondlopen. Adine, die niet zo van honden houdt, had daar in het begin wel moeite mee.


Naast het op het strand hangen vermaakten we ons op Ko Chang met kanoën, lieten we ons masseren en gingen we een dag de jungle in. Onder leiding van een gids, die onverstaanbaar Engels praatte (fly ly = fried rice), beklommen we één van de hoogste bergen van Ko Chang. Het pad was flink steil en Adine keek wel een beetje op tegen de afdaling. De top bleek een beetje tegen te vallen, want het uitzicht werd ontnomen door het rijkelijk aanwezige struikgewas. Enkele dapperen, waaronder Tom, klommen in een kleine boom om alsnog van het uitzicht te kunnen genieten. Na geluncht te hebben, de gids had voor tien man lunchpakketten (fly ly with chicken) meegenomen, begonnen we aan de afdaling. Deze viel enorm mee, want al slingerend van de ene boom naar de andere en ook af en toe een liaan meepikkend overwonnen we met speels gemak de steile stukken. De gids nam ons nog mee naar een waterval, maar die bleek minder spectaculair dan hij had omschreven. Vanwege het droogseizoen was de waterval geslonken tot een uit de kluiten gewassen waterstraal. Het loonde in ieder geval niet de moeite om de zwemkleren aan te trekken.

De laatste twee dagen van onze vakantie stonden in het teken van de terugreis naar Pakistan. Alles liep op rolletjes, totdat we wilden inchecken voor onze vlucht naar Lahore. We konden op de vertrekborden nergens onze vlucht vinden. We meldden ons bij het kantoor van Thai Airlines. Daar vertelden ze ons dat de dienstregeling naar Lahore wegens een gebrek aan passagiers was uitgedund. We hadden een aantal dagen voordat we naar Thailand vlogen nog met de reisagent gebeld. Hij zei dat hij onze vluchten had bevestigd, maar klaarblijkelijk had hij zijn taak verzaakt. Als hij dat namelijk wel had gedaan, wist hij ook dat onze vlucht was komen te vervallen. Uiteindelijk werd ons ticket omgezet en vlogen we via Chennai, waar we een tussenlanding maakten, en Dubai naar Lahore. In Dubai moesten we vijf uur wachten, waarbij we om de tijd te doden ons hebben vermaakt met shoppen. Ondanks de tegenslag op het einde, kunnen we toch spreken van een geslaagde vakantie.